Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
De heiligheid met betrekking tot het Woord van God hoort zo in zekere zin tot de profetische overlevering, waarin het Woord van God het leven zelf van de profeet in dienst neemt. In deze zin vertegenwoordigt de heiligheid in de Kerk een hermeneutiek van de Schrift die men niet over het hoofd mag zien. De Heilige Geest die de gewijde schrijvers heeft geïnspireerd, is dezelfde die de heiligen bezielt om hun leven te geven voor het Evangelie. Bij hen in de leer gaan is een zekere weg om te komen tot een levende en doeltreffende hermeneutiek van het Woord van God.
Van dit verband tussen Woord van God en heiligheid hebben wij een rechtstreeks getuigenis gehad gedurende de 12e vergadering van de synode, toen op 12 oktober op het Sint Pietersplein de heiligverklaring heeft plaatsgevonden van vier nieuwe heiligen: de heilige priester Gaetano Errico, stichter van de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria; moeder Maria Bernarda Bütler, geboren in Zwitserland en missiezuster in Ecuador en Colombia; zuster Alfonsa van de Onbevlekte Ontvangenis, de eerste vrouwelijke heilige die in India is geboren; de jonge Ecuadoriaanse vrouwelijke leek Narcisa de Gesù Martillo Morán. Met hun leven hebben zij voor de wereld en de Kerk getuigenis afgelegd van de altijddurende vruchtbaarheid van het Evangelie van Christus. Vragen wij de Heer dat op voorspraak van de heiligen die juist tijdens de dagen van de synodale vergadering over het Woord van God heilig zijn verklaard, ons leven “die goede grond” zal zijn waarop de goddelijke Zaaier het Woord kan zaaien, opdat het in ons vrucht draagt van heiligheid, “dertig-, zestig- en honderdvoudig” (Mc. 4, 20).