Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
In de school van de grote overlevering van de Kerk leren wij bij het overgaan van de letter naar de geest ook de eenheid van heel de Schrift te begrijpen, daar het Woord van God, dat ons voortdurend vragen stelt en oproept tot bekering, één is. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 41-45 Voor ons blijven de woorden van Hugo van Sint Victor een vaste leidraad: “Heel de goddelijke Schrift vormt één boek en dit ene boek is Christus, spreekt over Christus en vindt in Christus zijn vervulling”. Cicero, Philippica. 2, 8; PL 176, 642 C-D Zeker, de bijbel is, bezien vanuit zuiver historisch of literair standpunt, niet eenvoudigweg een boek, maar een verzameling literaire teksten, waarvan de samenstelling zich uitstrekt over meer dan een millennium en waarvan de afzonderlijke boeken niet gemakkelijk zijn te herkennen als deel uitmakend van een innerlijke eenheid; er bestaan juist zichtbare spanningen daartussen. Dit geldt al binnen de Bijbel van Israël, die wij Christenen het Oude Testament noemen. Dat geldt nog meer, wanneer wij als Christenen het Nieuwe Testament en zijn geschriften als hermeneutische sleutel in verband brengen met de bijbel van Israël door deze te interpreteren als een weg naar Christus. In het Nieuwe Testament wordt in het algemeen niet de term “de Schrift” gebruikt Vgl. Rom. 4, 3
Vgl. 1 Pt. 2, 6
, maar “de Schriften” Vgl. Mt. 21, 43
Vgl. Joh. 5, 39
Vgl. Rom. 1, 2
Vgl. 2 Pt. 3, 16
, die echter vervolgens in hun geheel worden beschouwd als het ene Woord van God dat tot ons is gericht. Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Collège des Bernardins, Parijs, Tot de vertegenwoordigers van de wereld van de cultuur (12 sept 2008), 7 Hieruit blijkt duidelijk hoe het de persoon van Christus is die eenheid geeft aan alle “Schriften” met betrekking tot het ene “Woord”. Zo begrijpt men wat wordt gesteld onder nummer 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) van de dogmatische constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965), waar wordt gewezen op de innerlijke eenheid van heel de Bijbel als doorslaggevend criterium voor een juiste hermeneutiek van het geloof.