VERBUM DOMINIOver de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk"
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Postsynodale Apostolische Exhortatie)
Paus Benedictus XVI -
30 september 2010
Wat dit betreft, is het noodzakelijk om in onze tijd het ernstige risico te signaleren van een dualisme dat men creëert bij de benadering van de Heilige Schrift. Immers, wanneer men de twee niveaus waarop men de bijbel benadert, onderscheidt, dan wil men deze daarmee volstrekt niet van elkaar scheiden, noch tegenover elkaar stellen, noch eenvoudigweg naast elkaar stellen. Zij hebben alleen maar recht van bestaan, indien zij elkaar wederzijds bevruchten. Helaas is niet zelden het gevolg van een onvruchtbare scheiding tussen de twee benaderingen dat exegese en theologie vreemd tegenover elkaar komen te staan “ook op het hoogste academische niveau”. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 27 Ik zou hier de meest onrustbarende gevolgen willen vermelden die dienen te worden vermeden.
- Vóór alles: indien de exegetische activiteit alleen maar tot het eerste niveau wordt teruggebracht, dan wordt de Heilige Schrift slechts een tekst uit het verleden: “Men kan hieruit morele consequenties trekken, men kan de geschiedenis leren, maar het Boek als zodanig spreekt alleen over het verleden en de exegese is in werkelijkheid niet meer theologisch, maar wordt pure geschiedschrijving, literatuurgeschiedenis”. Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Bij het begin van de 14e algemene bijeenkomst bij het begin van de beraadslagingen, Reflexie over het thema van de 12e Bisschoppensynode (14 okt 2008), 3 Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 26 Het is duidelijk dat men met een dergelijke beperking op geen enkele wijze het gebeuren kan begrijpen van de openbaring van God door middel van zijn Woord, dat aan ons wordt overgeleverd in de levende overlevering en de Schrift.
- Het gebrek aan een hermeneutiek in geloof aan de Schrift krijgt vervolgens niet alleen gestalte in termen van afwezigheid; in de plaats hiervan komt ongetwijfeld een andere hermeneutiek, een geseculariseerde, positivistische hermeneutiek, waarvan de essentiële sleutel de overtuiging is dat het goddelijke niet verschijnt in de menselijke geschiedenis. Wanneer het schijnt dat er een goddelijk element is, dan moet men volgens deze hermeneutiek dat op een andere wijze uitleggen en alles terugbrengen tot het menselijk element. Dientengevolge worden er interpretaties voorgesteld die de historiciteit van de goddelijke elementen ontkennen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Bij het begin van de 14e algemene bijeenkomst bij het begin van de beraadslagingen, Reflexie over het thema van de 12e Bisschoppensynode (14 okt 2008), 3 Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 26
- Een dergelijk standpunt kan het leven van de Kerk alleen maar schade berokkenen door twijfel te zaaien aangaande de fundamentele mysteries van het christendom en hun historische waarden, zoals bijvoorbeeld de instelling van de eucharistie en de verrijzenis van Christus. Zo wordt immers een filosofische hermeneutiek opgedrongen die de mogelijkheid ontkent van het binnentreden en de aanwezigheid van het goddelijke in de geschiedenis. Het overnemen van een dergelijke hermeneutiek binnen de theologische studie introduceert onvermijdelijk een ernstig dualisme tussen een exegese die zich alleen maar op het eerste niveau beweegt, en een theologie die afdrijft naar een vergeestelijking van de betekenis van de Schrift die geen rekening houdt met het historisch karakter van de openbaring.
Dit alles kan alleen maar negatief uitwerken op het geestelijk leven en de pastorale activiteit; “het gevolg van de afwezigheid van het tweede methodologische niveau is dat er een diepe kloof is ontstaan tussen wetenschappelijke exegese en lectio divina. Juist hieruit komt soms ook bij de voorbereiding van de homilie een vorm van perplexiteit voort. Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Bij het begin van de 14e algemene bijeenkomst bij het begin van de beraadslagingen, Reflexie over het thema van de 12e Bisschoppensynode (14 okt 2008), 3 Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 26 Bovendien moet erop worden gewezen dat een dergelijk dualisme soms ook op de weg van de intellectuele vorming van sommige kandidaten voor kerkelijke ambten onzekerheid en weinig vastheid verschaft. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 27 Per slot van rekening “kan de Schrift niet de ziel zijn van de theologie, waar de exegese geen theologie is. En waar de theologie in wezen geen interpretatie van de Schrift in de Kerk is, heeft daarentegen deze theologie geen fundament”. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Bij het begin van de 14e algemene bijeenkomst bij het begin van de beraadslagingen, Reflexie over het thema van de 12e Bisschoppensynode (14 okt 2008), 3 Daarom is het noodzakelijk opnieuw meer aandacht te schenken aan de aanwijzingen in dezen die worden gegeven door de dogmatische constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965).
