Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
De synodevaders hebben verklaard dat het wezenlijke doel van de 12e vergadering is geweest “het geloof van de Kerk in het Woord van God te hernieuwen”; daarom is het nodig de blik te richten op het punt waar de wederkerigheid tussen Woord van God en geloof volmaakt tot vervulling is gekomen, ofwel de Maagd Maria, “die met haar ja tegen het Woord van het Verbond en haar zending de goddelijke roeping van de mensheid tot vervulling brengt”. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 55 De menselijke werkelijkheid, geschapen door middel van het Woord, vindt haar volmaakte gestalte nu juist in het gehoorzame geloof van Maria. Zij toont zich vanaf de Aankondiging tot Pinksteren aan ons als een vrouw die zich geheel overgeeft aan de wil van God. Zij is de Onbevlekte Ontvangenis, zij is het die door God is “overladen met genade” Vgl. Lc. 1, 28 , zich onvoorwaardelijk voegt naar het goddelijk Woord Vgl. Lc. 1, 38 . Tegenover het initiatief van God geeft haar gehoorzaam geloof ieder moment opnieuw vorm aan haar bestaan. Als Maagd die luistert, leeft zij in volledige overeenstemming met het goddelijk Woord: zij bewaart in haar hart de gebeurtenissen in het leven van haar Zoon en voegt deze als het ware samen tot één mozaïek Vgl. Lc. 2, 19.51 . Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Het Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk, Sacramentum Caritatis (22 feb 2007), 33
Het is in onze tijd noodzakelijk dat het de gelovigen wordt geleerd om beter het verband te ontdekken tussen Maria van Nazaret en het gelovig luisteren naar het goddelijk Woord. Ik spoor ook de wetenschappers aan om de relatie tussen mariologie en theologie van het Woord verder te verdiepen. Daaruit kan een grote weldaad voortkomen zowel voor het geestelijk leven als voor de theologische bijbelstudie. Hetgeen immers het geloofsbegrip heeft gezegd met betrekking tot Maria, behoort tot de diepste kern van de christelijke waarheid. In werkelijkheid is de menswording ondenkbaar zonder de vrijheid van deze jonge vrouw die met haar toestemming op doorslaggevende wijze meewerkt aan het binnentreden van de Eeuwige in de tijd. Zij is de gestalte van de Kerk die luistert naar het Woord van God, dat in haar vlees wordt. Maria is ook het symbool van het zich openen voor God en de ander; een actief luisteren dat verinnerlijkt, gelijkvormig maakt, waarbij het Woord een wijze van leven wordt.