Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
Nadat wij zijn blijven stilstaan bij het laatste en definitieve Woord van God tot de wereld, is het noodzakelijk de zending van de Geest in verband met het goddelijk Woord in herinnering te brengen. Er is immers geen enkel authentiek begrip van de christelijke openbaring buiten de werking van de Helper. Dat komt omdat de mededeling die God over zichzelf doet altijd de relatie impliceert tussen Zoon en Heilige Geest. In feite noemt de heilige Ireneüs van Lyon ze “de twee handen van de Vader” H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. IV, 7, 4: PG 7, 992-993; V, 1, 3: PG 7, 1123; V, 6, 1: PG 7, 1137; V, 28, 4: PG 7,1200. Overigens is het de Heilige Schrift die ons wijst op de aanwezigheid van de Heilige Geest in de heilsgeschiedenis en in het bijzonder in het leven van Jezus, die door de werking van de Heilige Geest wordt ontvangen door de Maagd Maria Vgl. Mt. 1, 18 Vgl. Lc. 1, 35 ; aan het begin van zijn openbare zending ziet Hij Hem aan de oevers van de Jordaan op zich neerdalen in de vorm van een duif Vgl. Mt. 3, 16 ; in deze zelfde Heilige Geest handelt, spreekt en jubelt Jezus het uit Vgl. Lc. 10, 21 ; en in dezelfde Geest offert Hij zichzelf Vgl. Heb. 9, 14 . Tegen het einde van zijn zending brengt, volgens het verhaal van de evangelist Johannes, Jezus zelf de gave van zijn leven duidelijk in verband met het zenden van de Geest aan de zijnen Vgl. Joh. 16, 7 . De verrezen Jezus stort vervolgens, terwijl Hij in zijn vlees de tekenen van het lijden draagt, de Geest uit Vgl. Joh. 20, 22 en maakt de zijnen deelgenoot van zijn zending zelf Vgl. Joh. 20, 21 . De Heilige Geest zal de leerlingen alles leren en hun alles in herinnering brengen wat Christus heeft gezegd Vgl. Joh. 14, 26 , daar Hij, de Geest der waarheid Vgl. Joh. 15, 26 , de leerlingen tot de volle waarheid zal brengen Vgl. Joh. 16, 13 . Ten slotte daalt de Geest, zoals men in de Handelingen van de Apostelen leest, neer op de twaalf, die met Maria in gebed bijeen zijn op de dag van Pinksteren Vgl. Hand. 2, 1-4 en Hij geeft hun de moed voor de zending om aan alle volken de Blijde Boodschap te verkondigen. Paus Leo XIII, Encycliek, Over Jezus Christus, de Verlosser, Tametsi Futura Prospicientibus (1 nov 1900), 12
Het Woord van God drukt zich uit in menselijke woorden dankzij de werking van de Heilige Geest. De zending van de Zoon en die van de Heilige Geest zijn onafscheidelijk en vormen één heilseconomie. Dezelfde Geest die werkzaam is bij de menswording van het Woord van God in de schoot van de Maagd Maria, is dezelfde die Jezus leidt gedurende zijn hele zending en die aan de leerlingen wordt beloofd. Dezelfde Geest die gesproken heeft door de profeten, ondersteunt en inspireert de Kerk bij de taak om het Woord van God te verkondigen en bij de prediking van de apostelen; het is ten slotte deze Geest die de schrijvers van de Heilige Schrift inspireert.