Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
De synodevergadering heeft bij het debat over de relatie tussen Woord van God en culturen de behoefte gevoeld om opnieuw te bevestigen wat de eerste christenen hebben kunnen ervaren vanaf de dag van Pinksteren Vgl. Hand. 2, 1-13 . Het goddelijk Woord is in staat binnen te dringen en zichzelf uit te drukken in verschillende culturen en talen, maar hetzelfde Woord verandert de grenzen van de afzonderlijke culturen door gemeenschap te stichten tussen verschillende volkeren. Het Woord van de Heer nodigt ons uit om te komen tot een grotere gemeenschap. “Laten wij treden buiten de beperktheid van onze ervaringen en een werkelijkheid binnentreden die waarlijk universeel is. Door in gemeenschap te treden met het Woord van God, treden wij binnen in de gemeenschap van de Kerk, die het Woord van God beleeft. (...) Het betekent buiten de grenzen van de afzonderlijke culturen treden en in de universaliteit binnengaan die allen verbindt, allen verenigt, ons allen tot broeders en zusters maakt”. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Bij de opening van de 12e Bisschoppensynode over de het Woord van God, Meditatie bij de Terts, tevens het begin van de beraadslagingen (6 okt 2008), 5 Daarom vraagt het verkondigen van het Woord van God altijd aan onszelf als eersten een hernieuwde uittocht, waarbij wij onze maatstaven en beperkte verbeeldingen opgeven om in ons ruimte te maken voor de tegenwoordigheid van Christus.