
H. Ambrosius van Milaan - 1 januari 387
DE SACRAMENTIS Over de Sacramenten |
|||
► | Hoofdstuk II |
Hierna werd het Heilige der Heiligen voor u geopend, u kwam binnen in het heiligdom van de wedergeboorte; herinner u wat u werd gevraagd, en wat u hebt geantwoord. U hebt de duivel en zijn werken afgezworen, de wereld met zijn luxe en plezier. Die uitspraak van u is niet vastgelegd in het dodenrijk, maar in het boek van het leven.
U zag er de diaken, de priester, en de bisschop van de geheimenissen. U sprak in tegenwoordigheid van de engelen, zoals geschreven staat: "Want op de lippen van de priester is kennis, en zij zoeken de wet van zijn mond, want hij is de engel van de Almachtige Heer". Er is geen ruimte voor misleiding of ontkenning. Hij is een engel die het Koninkrijk van Christus en het eeuwige leven verkondigt. Hij moet door u gerespecteerd worden, niet naar zijn uiterlijke verschijning, maar om zijn ambt. Bedenk wat hij heeft uitgedeeld, overweeg de leefregel die hij u gaf, erken zijn positie.
U trad binnen, zodat u uw tegenstander zou onderscheiden, die u zou gaan afzweren, als het ware recht in zijn gezicht, daarna richtte u zich naar het oosten; want wie de duivel afzweert keert zich tot Christus, en aanschouwt Hem van aangezicht tot aangezicht.