
Nederlandse Bisschoppenconferentie - 31 januari 1989
Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) bepaalt:Een pastoor behoort stabiliteit te bezitten en dient derhalve voor onbepaalde tijd benoemd te worden; voor een bepaalde tijd kan hij door de diocesane Bisschop slechts benoemd worden indien dit door de bisschoppenconferentie bij decreet toegestaan is.
"Wij bepalen dat de diocesane Bisschoppen na raadpleging van hun consultorencollege of kapittel, waar dit om bijzondere persoonlijke of plaatselijke redenen nodig of nuttig blijkt te zijn, een pastoor voor een bepaalde, in jaren beperkte tijd mogen benoemen; met dien verstande dat aan deze pastoor geruime tijd gegeven wordt om zijn ambtsuitoefening tot ontplooiing te brengen. Het minimum van de vastgestelde tijd dient daarom zes jaar te zijn."