29 juni 2007
Uitwerking van de noot bij Congregatie voor de Geloofsleer
Ad Catholicam Profundius
Antwoorden op vragen over enige aspecten aangaande de leer over de Kerk
(29 juni 2007) van Congregatie voor de Geloofsleer
Ad Catholicam Profundius
Antwoorden op vragen over enige aspecten aangaande de leer over de Kerk
(29 juni 2007).
Hier zijn de aanhalingen van vier teksten uit het Expensio modorum waarnaar verwezen wordt in het eerste antwoord van Congregatie voor de Geloofsleer
Ad Catholicam Profundius
Antwoorden op vragen over enige aspecten aangaande de leer over de Kerk
(29 juni 2007).
A) {In Nr. 1 (Prooemium) Schema Decreti: Act Syn III/II 296, 3-6}
“Pag. 5, lin. 3-6: Videtur etiam Ecclesiam catholicam inter illas Communiones comprehendi, quod falsum esset.
R(espondetur): Hic tantum factum, prout ab omnibus conspicitur, describendum est. Postea clare affirmatur solam Ecclesiam catholicam esse veram Ecclesiam Christi” (Act Syn III/VII 12).
B) {In Caput I in genere: Act Syn III/II 297-301}
“4 - Expressius dicatur unam solam esse veram Ecclesiam Christi; hanc esse Catholicam Apostolicam Romanam; omnes debere inquirere, ut eam cognoscant et ingrediantur ad salutem obtinendam...
R(espondetur): In toto textu sufficienter effertur, quod postulatur. Ex altera parte non est tacendum etiam in aliis communitatibus christianis inveniri veritates revelatas et elementa ecclesialia” (Act Syn III/VII 15). Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Antwoorden op vragen over enige aspecten aangaande de leer over de Kerk, Ad Catholicam Profundius (29 juni 2007), 5.
C) {In Caput I in genere: Act Syn III/II 296s}
“5 - Clarius dicendum esset veram Ecclesiam esse solam Ecclesiam catholicam romanam...
R(espondetur): Textus supponit doctrinam in constitutione ‘De Ecclesia’ expositam, ut pag. 5, lin. 24-25 affirmatur” (Act Syn III/VII 15).
Dus de commissie, wier taak het was om de vragen op het decreet 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Unitatis Redintegratio
Over de oecumene
(21 november 1964) te evalueren, sprak duidelijk over de identiteit van de Kerk van Christus als die in de Katholieke Kerk en haar uniciteit, en ze ziet deze leer gebaseerd op de Dogmatische Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964).
D) {In Nr. 2 Schema Decreti: Act Syn III/II 297s}
“Pag. 6, lin. 1- 24: Clarius exprimatur unicitas Ecclesiae. Non sufficit inculcare, ut in textu fit, unitatem Ecclesiae.
R(espondetur): a) Ex toto textu clare apparet identificatio Ecclesiae Christi cum Ecclesia catholica, quamvis, ut oportet, efferantur elementa ecclesialia aliarum communitatum”.
“Pag. 7, lin. 5: Ecclesia a successoribus Apostolorum cum Petri successore capite gubernata (cf. novum textum ad pag. 6, lin.33-34) explicite dicitur ‘unicus Dei grex’ et lin. 13 ‘una et unica Dei Ecclesia’ ” (Act Syn III/VII).
De twee citaten die aangehaald worden zijn 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Unitatis Redintegratio
Over de oecumene
(21 november 1964) en 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Unitatis Redintegratio
Over de oecumene
(21 november 1964)