H. Paus Johannes Paulus II - 15 maart 1988
De ononderbroken continuïteit, waarmee de Kerk haar heeft voorgehouden, komt voort uit haar verantwoordelijkheid voor het werkelijke welzijn van de menselijke persoon en van de menselijke persoon van de echtgenoten op de eerste plaats. Immers: de huwelijksliefde is haar meest kostbare bezit. De interpersonale gemeenschap, die zich krachtens een dergelijke liefde vormt tussen twee gedoopten, is het reëele symbool van de liefde van Christus tegenover zijn Kerk. De in de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) geformuleerde leer vormt de noodzakelijke verdediging van de waardigheid en van de werkelijkheid van de huwelijksliefde.
Net zoals tegenover elke ethische waarde, heeft de mens ook tegenover de huwelijksliefde een grote verantwoordelijkheid. De eerste verantwoordelijken voor de huwelijk liefde zijn de echtgenoten zelf, omdat zij juist geroepen zijn deze liefde te beleven in haar innerlijke werkelijkheid. De Kerk helpt de echtgenoten bij die taak door hun geweten te verlichten en door met de sacramenten hun de noodzakelijke kracht te verzekeren in de wil het goed te kiezen en het kwade te vermijden.