
31 oktober 1999
Met betrekking tot de resolutie over de Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen
Gemeenschappelijke Verklaring over de Rechtvaardigingsleer door de Rooms Katholieke Kerk en Lutherse Wereld Federatie
(31 oktober 1999) door de Council van de Lutherse Wereldfederatie van 16 juni 1998 en het antwoord op de Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen
Gemeenschappelijke Verklaring over de Rechtvaardigingsleer door de Rooms Katholieke Kerk en Lutherse Wereld Federatie
(31 oktober 1999) door de (Rooms-)katholieke Kerk van 25 juni 1998 en de vragen, die door hen beide naar voren zijn gebracht staaft de toegevoegde verklaring ("Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen
Annex bij de Gemeenschappelijke Verklaring over de Rechtvaardigingsleer door de Rooms Katholieke Kerk en Lutherse Wereld Federatie
(31 oktober 1999)" genoemd) de consensus nader, die is bereikt in de Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen
Gemeenschappelijke Verklaring over de Rechtvaardigingsleer door de Rooms Katholieke Kerk en Lutherse Wereld Federatie
(31 oktober 1999), aldus wordt duidelijk, dat de wederzijdse veroordelingen van vroeger niet van toepassing zijn op de leer van de dialoogpartners, zoals die is weergegeven in de Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen
Gemeenschappelijke Verklaring over de Rechtvaardigingsleer door de Rooms Katholieke Kerk en Lutherse Wereld Federatie
(31 oktober 1999).