GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN PAUS JOHANNES PAULUS II EN DE SYRISCH-ORTHODOXE PATRIARCH VAN ANTIOCHIë VAN DE SYRIëRS EN VAN HET HELE OOSTEN, MORAN MAR IGNATIUS ZAKKA I IWAS
(Soort document: Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen)
23 juni 1984
Onze gelijkheid in het geloof, hoewel nog niet volledig, geeft ons het recht een samenwerking tussen onze kerken te overwegen in de pastoraal en in situaties die tegenwoordig veelvuldig voorkomen zowel vanwege de verspreiding van onze gelovigen over heel de wereld als vanwege de precaire omstandigheden van deze moeilijke tijd. Het is namelijk voor onze gelovigen geen zeldzaamheid, dat het fysiek of moreel onmogelijk is een priester van hun eigen kerk te bereiken. In het verlangen aan hun noden tegemoet te komen en met hun geestelijk voordeel voor ogen, staan wij hen toe in zulke gevallen de Sacramenten van Biecht, Eucharistie en Ziekenzalving van wettige priesters van elk van onze twee Zusterkerken te vragen wanneer zij die nodig hebben. Het zou een logische consequentie van de samenwerking in de pastoraal zijn samen te werken bij de priesteropleiding en het theologisch onderwijs. De bisschoppen worden aangemoedigd de mogelijkheden voor theologisch onderwijs te delen, waar zij dit raadzaam oordelen. Terwijl wij dit doen, vergeten wij niet dat wij nochtans alles moeten doen wat in onze macht ligt om de volle zichtbare gemeenschap te bereiken tussen de katholieke Kerk en de syrischorthodoxe Kerk van Antiochië en onze Heer voortdurend te smeken ons die eenheid te verlenen welke ons alleen in staat zal stellen een volledig eenstemmig getuigenis van het evangelie aan de wereld te geven.

© 1984, Archief van Kerken 39e jrg. nr. 8 p. 35-36