Franjo Kardinaal Seper - 21 februari 1972
Wanneer men niet meer aan het geheim van de goddelijke en eeuwige persoon van Christus, de Zoon van God, vasthoudt, lijdt ook de waarheid van de allerheiligste Drie-eenheid eronder, en daarmee de waarheid van de Heilige Geest die van eeuwigheid voortkomt uit de Vader en de Zoon, oftewel uit de Vader door de Zoon. Vgl. Concilie van Florence, Bul, Sessio VI - 6e Zitting: Over de eenheid met de Grieken, Laetentur caeli - Decretum pro Graecis (6 juli 1439) Met het oog op de recente dwalingen dient er dus een en ander in herinnering te worden gebracht met betrekking tot de allerheiligste Drie-eenheid en met name tot de Heilige Geest.
De Tweede Brief aan de Korintiërs besluit met deze bewonderenswaardige formule: 'De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen'. (2 Kor. 13, 13) De opdracht te dopen, die in het Evangelie van Matteüs staat, noemt de Vader, de Zoon en de Heilige Geest als de drie die tot het mysterie van God behoren en in wier naam de nieuwe gelovigen dienen te worden herboren. Vgl. Mt. 28, 19 In het Johannes-evangelie zegt Jezus tenslotte over de komst van de Heilige Geest: 'Wanneer echter de Helper komt, die Ik u van de Vader zal zenden, de Geest der waarheid die van de Vader uitgaat, zal Hij over mij getuigenis afleggen' (Joh. 15, 26).
Steunend op de aanwijzingen van de goddelijke openbaring, heeft het Kerkelijk leergezag, waaraan als enige de taak is toevertrouwd 'het geschreven of overgeleverde woord van God op authentieke wijze uit te leggen', 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 10 in de 1e Concilie van Constantinopel
Credo van Nicea - Constantinopel
(31 juli 381) vervolgens beleden, dat 'de Heilige Geest, die Heer is en het leven geeft, ... , met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt'. 1e Concilie van Constantinopel, Credo van Nicea - Constantinopel (31 juli 381). DH 150 Evenzo heeft het Vierde Lateraans Concilie te geloven en te belijden geleerd, 'dat er slechts één ware God is, ... Vader, Zoon en Heilige Geest; dat er weliswaar drie personen zijn, doch slechts één wezen is .. .; dat de Vader van niemand voortkomt, de Zoon uit de Vader alleen en de Heilige Geest gelijkelijk uit beiden, steeds vanaf het eerste begin en zonder ophouden'. Vgl. 4e Concilie van Lateranen, Hfd 1. Over het Katholieke geloof, Caput 1: De fide catholica (11 nov 1215), 1. DH 800