
Paus Pius XII - 8 september 1951
SEMPITERNUS REX CHRISTUS 1500 jaar Concilie van Chalcedon |
|||
► | Geschiedenis van het Concilie | ||
► | Flavianus en Theodoretus beroepen zich op de Paus |
Vermelding verdient wat Flavianus en Theodoretus van Cyrus toen aan de opperherder der Kerk schreven. Flavianus schrijft als volgt:
"Toen als bij afspraak alle boosheid zich tegen mij keerde en ik, na die onrechtvaardige en willekeurige uitspraak (van Dioscorus) tegen mij, appelleerde op de troon van de apostolische stoel van Petrus, het hoofd der apostelen, en op de gehele eerbiedwaardige synode, die onder het gezag van Uwe Heiligheid staat, werd ik terstond ingesloten door een bende soldaten, die mij beletten naar het heilig altaar te vluchten en probeerden mij buiten de kerk te slepen." Schwartz, Acta Conciliorum Oecumenicorum, II Vol. II, pars prior, p. 78
Theodoretus schrijft het volgende:
"Als Paulus, de verkondiger van de waarheid, ... zich tot de grote Petrus gewend heeft, ... dan nemen wij, geringen en kleinmoedigen, met des te meer reden onze toevlucht tot Uwe Apostolische Stoel om van u het geneesmiddel te ontvangen voor de wonden van de kerken. Aan u komt immers in alles de eerste plaats toe ... Ik wacht de uitspraak van Uwe Apostolische Stoel af. Vóór alles verzoek ik u mij te willen laten weten, of ik in deze onrechtmatige afzetting moet berusten of niet. Want ik wacht uw uitspraak af." H. Theodoretus van Cyrus, Epistolae. 52, 1; 5; 6: PL 54, 847; 851 - vgl. PG 83, 1311 s.; 1315 s.