H. Paus Johannes Paulus II - 2 februari 1981
Aan zijne eminentie Johannes kardinaal Willebrands aartsbisschop van Utrecht,
en aan de bisschoppen van de andere bisdommen in Nederland.
Op 31 januari was het een jaar geleden dat de bijzondere synode van de bisschoppen van de Nederlandse kerkprovincie (14 tot en met 31 januari 1980) eindigde. Het waren dagen, dierbare broeders in het bisschopsambt, waarin wij, 'volhardend in de leer van apostelen, het breken van het brood en het gebed' (Hand. 2, 42), een diepgaande ervaring van gemeenschap en collegiale samenwerking beleefden.
Bij gelegenheid van deze eerste verjaardag heb ik er behoefte aan in een brief aan u terug te komen op die bijzondere ervaring, die als doel had bevestiging te geven aan en een nauwkeuriger beschrijving te geven van de beginselen van de 'communie', dankzij welke de kerk in uw land - elk van de diocesane kerken die de Heilige Geest aan uw herderlijke zorg heeft toevertrouwd - blijft opgenomen in de universele gemeenschap van de katholieke kerk. Deze zelfde beginselen vormen tegelijkertijd de basis van de interne 'communio' van de kerk in Nederland, waarvan u als bisschoppen de eerste dienaren bent.
Destijds heb ik met vreugde kennis genomen van de Bisschoppensynodes
Besluiten Bijzondere Synode van Bisschoppen van Nederland
(31 januari 1980) die u op de synode had genomen, en tijdens de concelebratie in de Sixtijnse kapel aan het slot van de synodewerkzaamheden, heb ik uw besluiten goedgekeurd, daarbij dank brengend aan Jezus Christus, in wiens naam en door wiens kracht wij allen ons ambt uitoefenen.
En nu heb ik, tijdens de recente zitting van de bijzondere synoderaad, tot mijn voldoening geconstateerd dat het synode-overleg het wezenlijke fundament blijft van uw pastorale activiteiten, die gericht zijn op een vernieuwing van de kerk, in de geest van Vaticanum II en volgens de beginselen die het concilie voor de kerk in haar geheel heeft geformuleerd.
Tijdens de genoemde bijeenkomst van de bijzondere synode raad heb ik mij ook rekenschap kunnen geven van uw bezorgdheid als herders over een aantal moeilijkheden van structurele en psychologische aard, die de snelle en samenhangende uitvoering van de Bisschoppensynodes
Besluiten Bijzondere Synode van Bisschoppen van Nederland
(31 januari 1980) in de weg staan.
Wegens de bijzondere belangstelling en genegenheid waarmee ik het leven van de kerk in uw land volg en wegens het feit dat ik slechts haar welzijn op het oog heb, kan ik uw zorg alleen maar delen. Staat u mij toe u op broederlijke manier aan te moedigen en u te verzoeken vastbesloten op de ingeslagen weg verder te gaan. De uitvoering van de Bisschoppensynodes
Besluiten Bijzondere Synode van Bisschoppen van Nederland
(31 januari 1980) van de bijzondere synode (die in overeenstemming zijn met de beginselen van het Tweede Vaticaans Concilie) vormt een fundamentele voorwaarde en een objectieve, onmisbare basis voor de verwezenlijking van de 'communio', zowel binnen de kerk in Nederland als tussen uw plaatselijke geloofsgemeenschappen en de universele gemeenschap van de katholieke kerk. De ware 'communie' wordt immers gekenmerkt door beide aspecten.
De uitvoering van de Bisschoppensynodes
Besluiten Bijzondere Synode van Bisschoppen van Nederland
(31 januari 1980) is bovendien van zeer groot belang voor de oecumenische beweging, die in Nederland zoveel reliëf krijgt. De oecumenische arbeid vereist namelijk dat elke kerk groeit in trouw aan haar traditie op het gebied van de leer, de kerkorde en de zielzorg, alsook dat zij zich zuivert en zich vernieuwt, om zonder vlek voor Christus te kunnen verschijnen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 4.6
Uit deze argumenten blijkt onze gezamenlijke plicht ons met volharding in te zetten voor de coherente uitvoering van de besluiten van de bijzondere synode. Deze binden ons allen in geweten ten overstaan van God en de kerk: u, die de besluiten heeft ondertekend als herders van uw plaatselijke kerken, en mij, die ze heeft goedgekeurd als eerst verantwoordelijke voor de eenheid van de katholieke kerk. De synode is niet alleen het samenkomen geweest van verschillende wegen, (volgens de oorspronkelijke betekenis van het woord), zij is zelf de weg geworden die wij samen tot het einde dienen te gaan. De huidige problemen (waarvan er een paar zeker zeer zwaar zijn) mogen ons niet bang maken; we mogen er niet voor terugdeinzen. Evenals de apostel moeten wij kunnen zeggen: 'Ik verdraag alles terwille van de uitverkorenen, opdat ook zij het heil verwerven in Christus Jezus en de eeuwige glorie bovendien' (2 Tim. 2, 10).
Ik denk dat ik uw gedachten vertolk, wanneer ik stel dat de uitvoering van de synodebesluiten hoofdzakelijk moet bestaan uit het op elke geschikte wijze ontwikkelen van wat in uw kerken waardevol is - en dat is stellig veel.
Uw bisschopsambt ten dienste van de kerkgemeenschap moet zich uitstrekken over alle domeinen van het leven van de kerk, zoals de besluitenlijst van de bijzondere synode een jaar geleden, duidelijk aantoont. Door uw ambt moet er ruimte komen voor alle ware gaven, voor alle echte charisma's in de gemeenschap van het volk Gods, waarvan u de dienaren bent. Het synode-overleg heeft herinnerd aan de criteria die men dient te hanteren bij het onderkennen van de verschillende charisma's en bij hun inschakeling ten bate van het algemeen welzijn.
Op de bijzondere synode hebt u terecht uiting gegeven aan uw erkentelijkheid voor de actieve, verantwoorde deelname van talloze Nederlandse leken aan het leven van de kerk. Deze deelname is uitdrukkelijk gestimuleerd door het Tweede Vaticaans Concilie; dit heeft eraan herinnerd dat de leken, mannen en vrouwen, zijn geroepen tot de uitoefening van hun 'rijk gevarieerd apostolaat, zowel in de kerk als in de wereld', 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 9. Het concilie heeft ook de bijzondere terreinen en de eigen vormen van het lekenapostolaat aangegeven. Verder heeft het, met een speciale verwijzing 'naar de harmonie en de apostolische samenwerking' tussen priesters en leken, onderstreept dat het noodzakelijk is 'de eigen aard van elke vorm van apostolaat te eerbiedigen', en wel om juist 'de geest van eenheid te bevorderen' 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 23. Overeenkomstig deze leer van het concilie - en andere belangrijke concilie-uitspraken Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10 - hebt u zelf op de bijzondere synode unaniem verklaard dat u 'het wezenlijke onderscheid tussen het ambtelijk of sacramenteel priesterschap en het algemeen priesterschap van de gedoopten huldigt en rekening wilt houden met de praktische gevolgtrekkingen hiervan'. Bisschoppensynodes, Besluiten Bijzondere Synode van Bisschoppen van Nederland (31 jan 1980), 17
Ik ben zeker dat het katholieke leven een nieuw elan zal kennen, indien men veel energie steekt in het stimuleren van het lekenapostolaat op zijn eigen terreinen en in zijn eigen vormen, zonder dat het, als het ware ongemerkt, overgaat in het typische apostolaat van de priesters.
De totstandkoming van de ware 'communio' houdt juist in, dat alle charisma's echt tot ontwikkeling komen, zodat alle leden van het Godsvolk zonder onduidelijkheid dienstbaar zijn aan elkaar. Op die manier zullen allen bijdragen aan de ontwikkeling van elke roeping, in overeenstemming met haar eigen aard, alsmede aan de gezonde groei en de geestelijke verrijking van de hele geloofsgemeenschap.
Terwijl ik mijn gedachten en gevoelens kenbaar maak aan u, dierbare broeders in het bisschopsambt, en aan uw kerken, stel ik er prijs op te zeggen hoeveel diepe troost ik put uit het feit, dat tal van priesters en leken, tal van mannelijke en vrouwelijke religieuzen, hun leven bezielen door de navolging van Christus en, samen met Hem, rijke gebeden richten tot de hemelse Vader en elke dag in geestelijke zin, hun leven offeren voor het heil van de kerk. Voor de bijzondere synode, in een H. Paus Johannes Paulus II - Brief
Aan de Kerk in Nederland b.g.v. Bijzondere Synode
(6 januari 1980), heb ik mij tot de katholieke gemeenschap van Nederland gewend en de geestelijke steun van het gebed gevraagd. Nu doe ik dat dringend verzoek opnieuw. Ik richt het tot alle gezinnen afzonderlijk, deze huiskerken, tot de jongeren, de hoop van de kerk en van mij persoonlijk, tot de zieken en tot allen die in hun lijden de gave van een bijzonder nauwe band met het kruis van Christus hebben gekregen. Mogen hun gebeden en offers bereiken dat Hij, die u de genade heeft gegeven een begin te maken met het goede werk van de synode, u en uw medewerkers ook in staat stelt alle arbeid die nog gedaan moet worden, te voltooien.
Bij het lezen van deze woorden, die ik u stuur ter vervulling van mijn opdracht 'de broeders te bevestigen' Vgl. Lc. 22, 32 , moogt u rekenen op mijn voortdurende, oprechte genegenheid en op de vurige smeekbeden die ik opzend tot Christus Jezus, Heer van de kerk, door voorspraak van zijn en onze moeder, opdat Hij u elke dag helpt in uw bisschopsambt, door u zijn wil kenbaar te maken en u de kracht te geven daarnaar te handelen.
Aan de priesters, uw medewerkers in het ambt, aan de mannelijke en vrouwelijke religieuzen, aan de seminaristen en alle andere gelovigen van uw geliefd land, zend ik mijn liefdevolle, vaderlijke groet: 'Mijn liefde is met u allen in Christus Jezus. Amen.' (1 Kor. 16, 24)
Verenigd met u in de unieke liefde van Christus en zijn kerk, zend ik u van ganser harte de apostolische zegen.
Vaticaan, 2 februari 1981, Feest van Jezus' opdracht in de tempel.
Johannes Paulus II