30 november 429
Wie zalig wil worden, moet vóór alles trouw zijn aan het katholieke geloof! | |
Een ieder die het niet volledig en ongeschonden heeft bewaard, zal zonder twijfel voor eeuwig verloren gaan.
|
|
Dit is het katholieke geloof: Wij vereren één God in drievuldigheid, en de Drievuldigheid in éénheid, | |
zonder de personen te verwarren, of de natuur te splitsen. | |
Te onderscheiden is immers de persoon van de Vader, te onderscheiden die van de Zoon, te onderscheiden die van de Heilige Geest; | |
Maar de godheid van Vader, Zoon en Heilige Geest is één en dezelfde; hun heerlijkheid is even groot, hun majesteit gelijkelijk eeuwig.
|
|
Zoals de Vader is, zo is ook de Zoon, zo is ook de Heilige Geest: | |
De Vader is niet geschapen, de Zoon is niet geschapen, de Heilige Geest is niet geschapen; | |
Onmetelijk is de Vader, onmetelijk is de Zoon, onmetelijk is de Heilige Geest; | |
Eeuwig is de Vader, eeuwig is de Zoon, eeuwig is de Heilige Geest. | |
En toch zijn er niet drie eeuwigen, maar slechts één eeuwige; | |
Zoals er niet drie niet-geschapenen of drie onmetelijken zijn; maar slechts één niet-geschapene en één onmetelijke. | |
Zo ook is de Vader almachtig, de Zoon almachtig, de Heilige Geest almachtig; | |
En toch zijn er niet drie almachtigen, maar slechts één almachtige. | |
Zo is de Vader God, de Zoon God, de Heilige Geest God; | |
En toch zijn er niet drie goden, maar slechts één God. | |
Zo is de Vader Heer, de Zoon Heer, de Heilige Geest Heer; | |
En toch zijn er geen drie heren, maar er is slechts één Heer. | |
Want, zoals de katholieke leer van ons eist elk der drie Personen te erkennen als God en Heer, | |
verbiedt ons het katholieke geloof te spreken van drie goden of heren.
|
|
De Vader is door niemand gemaakt, of geschapen, of voortgebracht. | |
De Zoon is door niemand gemaakt, of geschapen, maar is voortgebracht door de Vader alleen. | |
De Heilige Geest is door niemand gemaakt, of geschapen, of voortgebracht, maar komt voort van Vader en Zoon. | |
Er is dus maar één Vader, niet drie vaders; maar één Zoon, niet drie zonen; maar één Heilige Geest, niet drie heilige geesten. | |
En binnen deze Drieëenheid is geen sprake van "voor" of "na", van "groter" of "kleiner"; | |
alle drie de Personen zijn even eeuwig, en onderling gelijk. | |
Daarom moeten wij, hoe we het ook bekijken, zoals boven al gezegd is, één God vereren in drievuldigheid, en de Drievuldigheid in éénheid. | |
Dit is wat een ieder die zalig wil worden, moet houden betreffende de Drievuldigheid. |
Maar voor het eeuwig heil is het ook noodzakelijk, dat hij het geloof in de Menswording van onze Heer Jezus Christus aanvaardt. | |
Het rechtzinnig geloof stelt immers de eis dat wij geloven en belijden, dat onze Heer Jezus Christus, Gods Zoon, God is èn mens: | |
Als God is Hij vóór de tijd voortgebracht volgens de natuur van de Vader; als mens is Hij in de tijd geboren volgens de natuur van zijn moeder. | |
Hij is volledig God en volledig mens; als mens bestaande uit een geestelijke ziel en een menselijk lichaam. | |
Als God is Hij de gelijke van zijn Vader, als mens de mindere van zijn Vader. | |
Maar, al is Hij God èn mens, toch is er maar één Christus, en geen twee: | |
Eén, niet door het ondergaan van het god-zijn in de mens, maar door de aanneming van het mens-zijn door God; | |
Volstrekt één dus, niet door een opgaan in elkaar van de naturen, maar door de éénheid als persoon. | |
Want, zoals de geestelijke ziel en het lichaam één menselijke persoon vormen, zo vormen de godheid en de mensheid samen de éne Christus. | |
Hij nu is gestorven voor ons heil, is neergedaald ter helle; Hij is de derde dag verrezen uit de doden. | |
Opgestegen is Hij ten hemel, en zetelt aan de rechterhand van God, de almachtige Vader: vandaar zal Hij komen oordelen levenden en doden. | |
Bij zijn komst zullen alle mensen met hun lichamen moeten opstaan, en verantwoording afleggen over hun daden. | |
En die het goede gedaan hebben, zullen het eeuwig leven binnengaan, echter die het slechte, het eeuwige vuur.
|
|
Dit is het katholieke geloof! Wie het niet trouw en vast aanvaard heeft, zal niet zalig kunnen worden. |