Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
CODEX IURIS CANONICI Codex van het Canonieke recht |
|||
► | PROCESSEN | ||
► | GEDINGEN IN HET ALGEMEEN | ||
► | Partijen in een zaak | ||
► | Eiser en gedaagde partij |
§ 2 Indien de rechter meent dat de rechten van de minderjarigen in conflict zijn met de rechten van ouders of voogden of curatoren, of dat dezen de rechten van de minderjarigen niet voldoende kunnen beschermen, dienen zij een geding te voeren door een door de rechter toegewezen voogd of curator.
§ 3 In geestelijke zaken evenwel en in zaken hiermee verwant, kunnen minderjarigen, indien zij over het gebruik van het verstand beschikken, zonder de toestemming van ouders of voogd, en zelfs in eigen persoon een vordering instellen en antwoord geven, indien zij het veertiende levensjaar voltooid hebben; anders door een door de rechter toegewezen curator.
§ 4 Degenen die handelingsonbekwaam verklaard zijn en zij die minder sterk van geest zijn, kunnen slechts in eigen persoon een geding voeren om zich voor eigen misdrijven te verantwoorden of op voorschrift van de rechter; in de overige gevallen moeten zij een vordering instellen of antwoord geven door hun curatoren.
§ 2 In geval van ontbreken of van nalatigheid van een vertegenwoordiger kan de Ordinaris zelf, in eigen persoon of door een ander, een geding voeren in naam van de rechtspersonen die onder zijn macht vallen.