• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
§ 1 De allerheiligste Eucharistie:
  1. moet bewaard worden in de kathedrale of daaraan gelijkgestelde kerk, in elke parochiekerk en in de kerk of kapel die verbonden is aan een huis van een religieus instituut of van een sociëteit van apostolisch leven;
  2. kan bewaard worden in de kapel van een Bisschop en, met verlof van de plaatselijke Ordinaris, in andere kerken, kapellen en privé-kapellen.
§ 2 Op de gewijde plaatsen waar de allerheiligste Eucharistie bewaard wordt, moet altijd iemand zijn die er zorg voor draagt en, zo mogelijk, moet een priester er ten minste tweemaal in de maand de Mis celebreren.
Het is niemand geoorloofd de allerheiligste Eucharistie bij zich te bewaren of mee te nemen op reis, tenzij uit pastorale noodzaak en met inachtneming van de voorschriften van de diocesane Bisschop.
In het huis van een religieus instituut of in een ander religieus huis mag de allerheiligste Eucharistie alleen in de aan het huis verbonden kerk of in de hoofdkapel bewaard worden; om een goede reden kan de Ordinaris dit ook toestaan voor een andere kapel van dit huis.
Als geen ernstige reden dit in de weg staat, dient de kerk waar de allerheiligste Eucharistie bewaard wordt, dagelijks ten minste enkele uren voor de gelovigen toegankelijk te zijn, opdat ze zich bij het allerheiligste Sacrament aan het gebed kunnen wijden.
§ 1 De allerheiligste Eucharistie dient gewoonlijk slechts in één tabernakel van de kerk of kapel bewaard te worden.
§ 2 Het tabernakel waarin de allerheiligste Eucharistie bewaard wordt, dient in de kerk of kapel op een voorname plaats te staan, die zichtbaar is, smaakvol versierd en geschikt voor gebed.
§ 3 Het tabernakel waarin de allerheiligste Eucharistie gewoonlijk bewaard wordt, dient onverplaatsbaar te zijn, vervaardigd van stevige en niet-doorschijnende materie, en zodanig gesloten dat gevaar van profanatie zo goed mogelijk vermeden wordt.
§ 4 Om een ernstige reden is het geoorloofd de allerheiligste Eucharistie, vooral tijdens de nacht, op een andere waardige plaats te bewaren die veiliger is.
§ 5 Wie de zorg draagt voor een kerk of kapel, dient erop toe te zien dat de sleutel van het tabernakel waarin de allerheiligste Eucharistie bewaard wordt, met de grootste zorgvuldigheid bewaard wordt.
Ten behoeve van de gelovigen dient een voldoende hoeveelheid geconsacreerde hosties bewaard te blijven in een pyxis of ciborie; deze dienen regelmatig, nadat de oude op de voorgeschreven wijze genuttigd zijn, door nieuwe vervangen te worden.
Bij het tabernakel waarin de allerheiligste Eucharistie bewaard wordt, moet onafgebroken een speciale lamp branden ter aanduiding en verering van Christus' tegenwoordigheid.
§ 1 In kerken of kapellen waar het is toegestaan de allerheiligste Eucharistie te bewaren, kunnen uitstellingen gehouden worden, hetzij met een pyxis hetzij met een monstrans, met inachtneming van de normen in de liturgische boeken voorgeschreven.
§ 2 Tijdens de viering van de Mis mag in dezelfde ruimte van een kerk of kapel geen uitstelling van het allerheiligste Sacrament gehouden worden.
Het wordt aanbevolen dat in deze kerken en kapellen jaarlijks gedurende een gepaste tijd, ook al is die niet ononderbroken, een plechtige uitstelling van het allerheiligste Sacrament gehouden wordt, opdat de plaatselijke gemeenschap het eucharistisch mysterie intenser kan overwegen en aanbidden; deze uitstelling moet echter alleen gehouden worden als voldoende toeloop van gelovigen voorzien wordt en met inachtneming van de vastgestelde normen.
De bedienaar van de uitstelling van het allerheiligste Sacrament en van de eucharistische zegen is de priester of diaken; in bijzondere omstandigheden is de bedienaar van het uitstellen en terugplaatsen - zonder zegen echter - de acoliet, de buitengewone bedienaar van de heilige communie of een ander die aangesteld is door de plaatselijke Ordinaris, met inachtneming van de voorschriften van de diocesane Bisschop.
§ 1 Waar het naar het oordeel van de diocesane Bisschop mogelijk is, houde men, vooral op het feest van het Lichaam en Bloed van Christus, een processie langs openbare wegen, als publieke uiting van verering voor de allerheiligste Eucharistie.
§ 2 Het is aan de diocesane Bisschop ten aanzien van processies richtlijnen te bepalen, waarin zorg gedragen wordt in de deelneming hieraan en het waardig verloop ervan.

Document

Naam: CODEX IURIS CANONICI
Codex van het Canonieke recht
Soort: Wetboek
Auteur: Aucturitate Ioannis Pauli PP. II
Datum: 25 januari 1983
Copyrights: © www.kerkrecht.nl
Aan de hier gepubliceerde versie kunnen geen rechten ontleend worden
Bewerkt: 20 mei 2022

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test