Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
CODEX IURIS CANONICI Codex van het Canonieke recht |
|||
► | VOLK VAN GOD | ||
► | DE CHRISTENGELOVIGEN |
§ 2 Deze Kerk, in deze wereld als georganiseerde gemeenschap ingericht en geordend, bestaat in de katholieke Kerk, door de opvolger van Petrus en door de Bisschoppen in gemeenschap met hem bestuurd.
§ 2 Voor de catechumenen heeft de Kerk een bijzondere zorg; terwijl zij hen uitnodigt een evangelisch leven te leiden en hen inleidt tot het vieren van de heilige riten, verleent zij hun reeds verschillende voorrechten die aan christenen eigen zijn.
§ 1 Krachtens goddelijke instelling zijn er onder de christengelovigen in de Kerk gewijde bedienaren, die in het recht ook clerici genoemd worden; de overigen echter worden ook leken genoemd.
§ 2 In elk van deze beide groepen zijn er christengelovigen die door de professie van de evangelische raden door geloften of andere gewijde bindingen, door de Kerk erkend en bekrachtigd, zich op hun eigen bijzondere wijze aan God toewijden en de heilszending van de Kerk dienen; hun staat behoort, hoewel niet tot de hiërarchische structuur van de Kerk; niettemin tot haar leven en haar heiligheid.