§ 1 Voor de geldige absolutie van zonden is vereist dat de bedienaar, behalve de Wijdingsmacht, ook de bevoegdheid heeft om die uit te oefenen over de gelovigen aan wie hij de absolutie schenkt.
§ 2 Deze bevoegdheid kan gegeven worden aan een priester hetzij van rechtswege hetzij door de bevoegde overheid volgens can. 969.