• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
§ 1 Ouders en zij die hun plaats innemen, hebben de plicht en het recht hun kinderen op te voeden; katholieke ouders hebben bovendien de plicht en het recht de middelen en instellingen te kiezen waardoor zij volgens de plaatselijke omstandigheden het best kunnen zorgen voor de katholieke opvoeding van hun kinderen.

§ 2 Aan de ouders komt het recht toe ook de door de burgerlijke samenleving te verlenen hulpmiddelen te ontvangen, die zij nodig hebben ter verzorging van de katholieke opvoeding van hun kinderen.

§ 1 Om een bijzondere reden komt de plicht en het recht tot opvoeding toe aan de Kerk, waarvan van Godswege de zending toevertrouwd is om mensen te helpen de volheid van het christelijk leven te kunnen bereiken.

§ 2 De zielzorgers hebben de plicht om er alles voor te doen dat alle gelovigen een katholieke opvoeding genieten.

Daar echte opvoeding ten doel moet hebben de integrale vorming van de menselijke persoon, gericht op zijn uiteindelijk doel en tegelijk op het algemeen welzijn van de maatschappij, moeten kinderen en jongeren zó gevormd worden dat zij hun fysieke, morele en intellectuele gaven harmonisch kunnen ontwikkelen, een dieper verantwoordelijkheidsgevoel en een juist gebruiken van hun vrijheid verwerven en in staat gesteld worden aan het sociale leven actief deel te nemen.
§ 1 Onder de middelen tot realisering van de opvoeding dienen christengelovigen groot belang te hechten aan de scholen, die immers de ouders in de vervulling van hun opvoedingstaak een bijzonder belangrijke hulp bieden.

§ 2 Ouders moeten nauw samenwerken met de leerkrachten van scholen aan wie zij hun kinderen ter opvoeding toevertrouwen; leerkrachten moeten in de vervulling van hun plicht nauw samenwerken met de ouders en daarom bereidwillig naar hen luisteren; ouderverenigingen of -vergaderingen dienen ingesteld en belangrijk geacht te worden.

Ouders dienen bij het kiezen van scholen echte vrijheid te genieten; daarom moeten christengelovigen er bezorgd om zijn dat de burgerlijke samenleving aan de ouders deze vrijheid toekent en, met inachtneming van de verdelende rechtvaardigheid, ook door toewijzing van middelen veilig stelt.
Ouders dienen hun kinderen toe te vertrouwen aan die scholen waar voor een katholieke opvoeding zorg gedragen wordt; indien zij dit niet kunnen, zijn zij verplicht te zorgen dat buiten de scholen in de vereiste katholieke opvoeding voorzien wordt.
Christengelovigen dienen zich in te spannen dat in de burgerlijke samenleving de wetten aangaande de vorming van jongeren ook in hun religieuze en morele opvoeding voorzien op de scholen zelf, overeenkomstig het geweten van de ouders.
De ouders hebben de zeer ernstige plicht en als eersten het recht om, zo goed ze kunnen, zowel voor de fysieke, sociale en culturele als voor de morele en godsdienstige opvoeding van hun kinderen te zorgen.

Document

Naam: CODEX IURIS CANONICI
Codex van het Canonieke recht
Soort: Wetboek
Auteur: Aucturitate Ioannis Pauli PP. II
Datum: 25 januari 1983
Copyrights: © www.kerkrecht.nl
Aan de hier gepubliceerde versie kunnen geen rechten ontleend worden
Bewerkt: 20 mei 2022

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test