
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 2 Uitgaven en rechtshandelingen van gewoon beheer verrichten op geldige wijze, naast de Oversten, binnen de grenzen van hun taak ook de functionarissen die in het eigen recht hiertoe aangewezen worden.
§ 3 Voor de geldigheid van een vervreemding en van elke handeling waardoor de vermogenspositie van een rechtspersoon slechter kan worden, is schriftelijk gegeven verlof vereist van de bevoegde Overste met de toestemming van zijn raad. Als het echter gaat over een handeling die het bedrag door de Heilige Stoel voor elke regio bepaald, overschrijdt, en eveneens over zaken die door een gelofte aan de Kerk geschonken zijn, of over zaken die kostbaar zijn vanwege hun kunst- of historische waarde, wordt bovendien het verlof van de Heilige Stoel zelf vereist.
§ 4 Voor de rechtens zelfstandige kloosters waarover in can. 615, en voor instituten van diocesaan recht is bovendien de schriftelijk verleende toestemming van de plaatselijke Ordinaris vereist.