Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 Om zijn herdersambt met zorg te vervullen, dient de pastoor er zich op toe te leggen de aan zijn zorg toevertrouwde gelovigen te leren kennen; hij dient derhalve de gezinnen te bezoeken en daarbij te delen in de zorgen van de gelovigen, in hun angsten en droefheid vooral, en hen in de Heer te bemoedigen alsook, indien zij in een of ander tekortgeschoten zijn, met wijsheid terecht te wijzen; zieken, vooral hen die de dood nabij zijn, dient hij met alle liefde te helpen, met zorg te sterken door de sacramenten en hun ziel aan God aan te bevelen; hij dient bijzondere aandacht te besteden aan de armen, moedelozen, eenzamen, aan hen die uit hun vaderland verdreven zijn en eveneens aan degenen die gebukt gaan onder bijzondere moeilijkheden; hij dient zich ook moeite te geven dat echtgenoten en ouders ondersteund worden om de hun eigen plichten te vervullen en hij dient de groei van het christelijk leven in het gezin te behartigen.
§ 2 Het eigen aandeel dat de christengelovigen-leken in de zending van de Kerk hebben, dient de pastoor te erkennen en te bevorderen, waarbij hij hun verenigingen die op godsdienstige doeleinden gericht zijn, ondersteunt. Hij dient samen te werken met zijn eigen Bisschop en met het presbyterium van het bisdom, en zich ook moeite te geven dat de gelovigen zorg dragen voor de onderlinge verbondenheid in de parochie, dat zij zich ledematen voelen zowel van het bisdom als van de gehele Kerk en dat zij deelnemen of steun verlenen aan werken ter bevordering van deze onderlinge verbondenheid.
§ 1 Indien aan priesters hoofdelijk de pastorale zorg over een parochie of verschillende parochies tegelijk toevertrouwd wordt, is ieder afzonderlijk van hen, volgens de door hen zelf vastgestelde ordening, gehouden aan de verplichting de taken en functies van een pastoor waarover in de canones 528, 529 en 530, te vervullen; de bevoegdheid om bij huwelijken te assisteren, zoals ook alle macht om te dispenseren die van rechtswege aan een pastoor verleend is, komen hun allen toe, maar moeten uitgeoefend worden onder leiding van de moderator.
§ 2 Alle priesters die tot de groep behoren: