
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 In bijzondere omstandigheden, waar ernstige redenen dit eisen, kan de kerkelijke overheid waarover in can. 312, § 1, een commissaris aanwijzen, die in haar naam de vereniging tijdelijk bestuurt.
§ 2 De bestuurder van een publieke vereniging kan om een goede reden ontslagen worden door degene die hem benoemd of bevestigd heeft, na echter zowel de bestuurder zelf als de hogere functionarissen van de vereniging volgens de statuten gehoord te hebben; een cappellanus evenwel kan ontslagen worden, volgens de canones 192-195, door degene die hem benoemd heeft.