§ 1 Alleen clerici kunnen ambten verkrijgen tot uitoefening waarvan wijdingsmacht of kerkelijke bestuursmacht vereist is.
§ 2 Clerici zijn eraan gehouden, tenzij zij door een wettig beletsel verontschuldigd zijn, de taak die hun door hun Ordinaris toevertrouwd wordt, op zich te nemen en getrouw te vervullen.