Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 2 Ook zijn zij aan de bijzondere plicht gehouden, ieder evenwel overeenkomstig de eigen plaats, de orde van het tijdelijke met de geest van het Evangelie te doordringen en te vervolmaken, en zo op bijzondere wijze bij het behandelen hiervan en bij het uitoefenen van wereldlijke functies getuigenis van Christus af te leggen.
§ 2 De ouders zijn, omdat zij aan de kinderen het leven geschonken hebben, gehouden aan de zeer zware verplichting en genieten het recht dezen op te voeden; daarom is het op de eerste plaats de taak van de christelijke ouders zorg te dragen voor een christelijke opvoeding van de kinderen volgens de door de Kerk overgeleverde leer.
§ 2 Onverminderd het voorschrift van can. 230, § 1 hebben zij recht op een passende, aan hun plaats aangepaste vergoeding waarmee zij op een behoorlijke wijze, met inachtneming ook van de voorschriften van het burgerlijk recht, in hun eigen noden en in die van hun gezin kunnen voorzien; eveneens komt hun het recht toe dat naar behoren gezorgd wordt voor wat men noemt hun sociale voorzieningen, sociale zekerheid en geneeskundige bijstand.