Wanneer een publieke rechtspersoon heeft opgehouden te bestaan, wordt de bestemming van zijn goederen en vermogensrechten en eveneens van de verplichtingen geregeld door het recht en de statuten; als deze daarover zwijgen, vervallen zij aan de onmiddellijk hogere rechtspersoon, steeds met behoud van de wil van stichters en schenkers alsook van verworven rechten; wanneer een private rechtspersoon heeft opgehouden te bestaan, wordt de bestemming van zijn goederen en verplichtingen door de eigen statuten geregeld.