Gewijde plaatsen verliezen hun wijding of zegening als zij voor het grootste gedeelte verwoest zijn, of wanneer zij door een decreet van de bevoegde Ordinaris of in feite blijvend tot profaan gebruik teruggebracht zijn.
§ 1 Een altaar verliest zijn wijding of zegening volgens can. 1212.
§ 2 Altaren, hetzij vaste hetzij verplaatsbare, verliezen hun wijding of zegening niet doordat de kerk of andere gewijde plaats tot profaan gebruik teruggebracht wordt.