Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
§ 1 Een gelofte, dit is een weloverwogen en vrijwillige belofte aan God gedaan met betrekking tot een mogelijk en beter goed, moet volbracht worden krachtens de deugd van godsdienstigheid.
§ 2 Tenzij zij door het recht ervan weerhouden worden, zijn allen die over het vereiste gebruik van het verstand beschikken, bekwaam tot het afleggen van een gelofte.
§ 3 Een gelofte afgelegd onder invloed van ernstige en onrechtmatige vrees, of op grond van bedrog, is van rechtswege nietig.