Aucturitate Ioannis Pauli PP. II - 25 januari 1983
De boven vastgestelde norm moet in acht genomen worden, indien ten minste één van beide partijen die het huwelijk sluiten in de katholieke Kerk gedoopt is of hierin opgenomen en haar niet bij formele akt verlaten heeft, behoudens de voorschriften van can. 1127, § 2.
§ 1 Alleen die huwelijken zijn geldig die gesloten worden ten overstaan van de assisterende plaatselijke Ordinaris of pastoor of van een door een van beiden gedelegeerde priester of diaken, en ten overstaan van twee getuigen, volgens de regels echter uitgedrukt in de canones die volgen, en behoudens de uitzonderingen waarover in de canones 144, 1112 § 1, 1116 en 1127, §§1-2.
§ 2 Onder de bij een huwelijk assisterende wordt alleen diegene verstaan die, zelf aanwezig, de uiting van de consensus van de huwenden vraagt en deze in naam van de Kerk aanvaardt.
§ 3 Alleen een priester assisteert geldig bij het huwelijk tussen twee oosterse partijen of tussen een Latijnse partij en een katholieke of niet-Katholieke oosterse partij.