CODEX IURIS CANONICICodex van het Canonieke recht
(Soort document: Wetboek)
Aucturitate Ioannis Pauli PP. II -
25 januari 1983
§ 1 Een aspirant voor het diaconaat of het presbyteraat mag niet gewijd worden, tenzij hij eerst in een liturgische aanvaardingsrite van de overheid over wie in de canones
1016 en
1019, opname onder de kandidaten verkregen heeft, na zijn voorafgaande eigenhandig geschreven en ondertekende aanvraag, die door dezelfde overheid schriftelijk aanvaard is.
§ 2 Tot het verkrijgen van deze aanvaarding is niet gehouden wie door geloften in een clericaal instituut opgenomen is.
§ 1 Tot de geoorloofde toediening van de wijdingen van het presbyteraat en het diaconaat is vereist dat de kandidaat, na volgens het recht de proefperiode doorgemaakt te hebben, de vereiste hoedanigheden bezit volgens het oordeel van zijn eigen Bisschop of van zijn bevoegde hogere Overste; dat hij door geen enkele irregulariteit en door geen enkel beletsel gebonden is en dat hij de vereisten volgens de
canones 1033-1039 vervuld heeft; bovendien dienen de documenten waarover in
can. 1050, voorhanden te zijn en dient het onderzoek waarover in
can. 1051, uitgevoerd te zijn.
§ 2 Bovendien is vereist dat de kandidaat naar het oordeel van dezelfde wettige Overste nuttig geacht wordt voor het dienstwerk van de Kerk.
§ 3 Voor de Bisschop die een eigen onderdaan wijdt bestemd voor de dienst in een ander bisdom, moet het vaststaan dat de wijdeling aan dit bisdom verbonden zal worden.