H. Paus Johannes Paulus II - 1 mei 1991
Opdat er rechtvaardigheid mag geschieden en de pogingen van de mensen om haar te verwerkelijken succes mogen hebben, is de gave nodig van de genade die van God komt. De geheimnisvolle tegenwoordigheid van God in de geschiedenis, die de voorzienigheid is, wordt verkregen door die genade in samenwerking met de vrijheid van de mensen.
De ervaring van nieuwheid die beleefd wordt in de navolging van Christus, vraagt om aan de andere mensen meegedeeld te worden in de concreetheid van de moeilijkheden en de strijd, van de problemen en de uitdagingen, opdat deze verlicht worden en meer menselijk worden door het licht van het geloof. Dit helpt niet alleen om oplossingen te vinden, maar maakt ook de situaties van lijden menselijk leefbaar, zodat de mens daarin niet verloren gaat en zijn waardigheid en roeping niet vergeet.
De sociale leer heeft bovendien een belangrijke interdisciplinaire dimensie. Om de enige waarheid over de mens beter te belichamen in de verschillende sociale, economische en politieke situaties, die voortdurend veranderen, treedt de sociale leer in dialoog met de diverse wetenschappen die zich bezighouden met de mens, neemt zij hun bijdragen in zich op en helpt zij ze om zich open te stellen voor een wijdere horizon ten dienste van de afzonderlijke mens, die gekend en bemind wordt in de volheid van zijn roeping.
Naast de interdisciplinaire dimensie moet verder de praktische en in zekere zin experimentele dimensie van deze leer vermeld worden. zij heeft haar plaats daar waar het christelijke leven en het christelijke geweten de situaties van de wereld kruisen, en uit zich in de inspanningen die enkelen, gezinnen, culturele en sociale werkers, politici en staatslieden zich getroosten om er in de geschiedenis gestalte aan te geven en haar toe te passen.