H. Paus Johannes Paulus II - 1 mei 1991
De sociale leer betreft nu speciaal de mens voor zover hij opgenomen is in het ingewikkelde netwerk van relaties van de moderne maatschappij. De menswetenschappen en de filosofie helpen om de centrale plaats van de mens in de maatschappij te verklaren en om hem in staat te stellen zichzelf beter te begrijpen als “sociaal wezen”. Maar alleen het geloof openbaart hem ten volle zijn ware identiteit en de sociale leer van de Kerk gaat juist daarvan uit. Terwijl zij zich alle bijdragen van de wetenschap en de filosofie ten nutte maakt, stelt zij zich voor de mens bij te staan op de weg van het heil.
De encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Rerum Novarum
Over kapitaal en arbeid
(15 mei 1891) kan begrepen worden als een belangrijke bijdrage tot de socio-economische analyse van het einde van de negentiende eeuw, maar haar bijzondere waarde heeft zij omdat zij een document van het leergezag van de Kerk is, dat goed aansluit bij de zending van de Kerk om te evangeliseren, samen met vele andere documenten van dezelfde aard. Hieruit blijkt dat de sociale leer op zichzelf de waarde van een werktuig voor de evangelisatie heeft. Als zodanig verkondigt zij God en het mysterie van heil in Christus aan iedere mens en om dezelfde reden maakt zij iedere mens voor zichzelf duidelijk. In dit licht en alleen in dit licht bekommert zij zich om het overige: de mensenrechten van iedereen en in het bijzonder van het “proletariaat”, het gezin en de opvoeding, de plichten van de staat, de ordening van de nationale en de internationale samenleving, het economische leven, de cultuur, de oorlog en de vrede, de eerbied voor het leven vanaf het ogenblik van de ontvangenis tot aan de dood.