H. Paus Johannes Paulus II - 1 mei 1991
Maar bijzonder in onze tijd bestaat er een andere vorm van eigendom en deze heeft een bekentenis die niet minder is dan die van de aarde. Het is het bezit van kennis, techniek en wetenschap. De rijkdom van de geïndustrialiseerde naties is veel meer gebaseerd op dit type van eigendom dan op het bezit van de natuurlijke hulpbronnen.
Er is gewezen op het feit dat de mens samen met de andere mensen werkt, in de deelname aan een “sociale arbeid” die geleidelijk steeds grotere kringen omvat. Wie iets maakt doet het in het algemeen behalve voor persoonlijk gebruik opdat anderen er gebruik van kunnen maken na de juiste prijs betaald te hebben, die door middel van een vrije onderhandeling met gezamenlijke instemming is vastgesteld. Juist het vermogen om tijdig de behoeften van de andere mensen te kennen en de combinaties van de productiefactoren die het meest geschikt zijn om ze te bevredigen, is een andere belangrijke bron van rijkdom in de moderne maatschappij. Vele goederen kunnen trouwens niet op geschikte wijze geproduceerd worden door het werk van een enkeling, maar vragen de samenwerking van velen voor hetzelfde doel. Het organiseren van het productieproces, het voortdurend plannen in de tijd, zorgen dat het op positieve wijze beantwoordt aan de behoeften die bevredigd moeten worden, het nemen van de noodzakelijke risico’s – dat alles is ook een bron van rijkdom in de huidige maatschappij. Zo wordt de rol van de gedisciplineerde en creatieve arbeid van de mens steeds duidelijker en beslissender, alsmede de rol van het vermogen tot initiatief en ondernemingsgeest als wezenlijk deel van die arbeid. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 15
Dit proces, dat op concrete wijze een waarheid over de mens in het licht stelt welke het christendom onophoudelijk heeft bevestigd, moet met aandacht en welwillendheid bekeken worden. Want de voornaamste hulpbron van de mens is, samen met de aarde, de mens zelf. Het is zijn intelligentie die het productieve potentieel van de aarde doet ontdekken, alsmede de veelvormige wijzen waarop de menselijke behoeften bevredigd kunnen worden. Het is zijn gedisciplineerde arbeid in saamhorige samenwerking die het mogelijk maakt om arbeidsgemeenschappen te vormen die steeds ruimer en betrouwbaarder zijn voor het bewerken van de omvorming van het natuurlijke milieu en van het menselijke milieu zelf. In dit proces spelen belangrijke deugden een rol zoals de vlijt, de arbeidzaamheid, de voorzichtigheid bij het nemen van redelijk risico’s, de betrouwbaarheid en de trouw in de interpersoonlijke betrekkingen, de sterkte bij het uitvoeren van moeilijke en pijnlijke beslissingen, die echter nodig zijn voor het gezamenlijke werk van het bedrijf en om het hoofd te bieden aan de eventuele tegenslagen.
De moderne bedrijfseconomie heeft positieve aspecten, waarvan de wortel de vrijheid van de mens is, die zich op economisch gebied uitdrukt zoals op vele andere gebieden. De economie is inderdaad een sector van de veelvormige activiteit van de mens, en, zoals op ieder ander gebied, geldt ook in de economie het recht op vrijheid, alsmede de plicht om er een verantwoord gebruik van te maken. Maar het is belangrijk op te merken dat er specifieke verschillen bestaan tussen deze tendensen van de moderne maatschappij en die van het verleden, ook van het jongste verleden. Vroeger was de aarde de beslissende productiefactor en later het kapitaal, begrepen als het geheel van machinerieën en productiemiddelen. Nu is de beslissende factor steeds meer de mens zelf, en wel zijn vermogen om kennis te verwerven, dat steeds meer aan het licht komt door de wetenschap, zijn vermogen tot solidaire organisatie en zijn vermogen om de behoeften van de anderen te onderscheiden en te bevredigen.