H. Paus Johannes Paulus II - 1 mei 1991
Tenslotte moet eraan herinnerd worden dat zich na de Tweede Wereldoorlog en ook uit reactie tegen de verschrikkingen daarvan een levendigere gevoeligheid voor de mensenrechten heeft verbreid, welke erkenning heeft gevonden in diverse internationale documenten Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Motu Proprio, Oprichting van de Pauselijke Raad voor de Pastorale in de Gezondheidszorg, Dolentium Hominum (11 feb 1985) Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 130-145 Vgl. Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa, Slotakkoorden van Helsinki (1 aug 1975) en in de uitwerking van een eventueel nieuw “volkenrecht” waaraan de Heilige Stoel aanhoudend zijn bijdrage heeft gegeven. Spil van deze ontwikkeling is de Organisatie van de Verenigde Naties geweest. Niet alleen het bewustzijn van het recht van de enkelingen is gegroeid, maar ook dat van de rechten van de naties, terwijl men meer oog heeft voor de noodzaak te handelen om de ernstige onevenwichtigheden tussen de verschillende geografische gebieden van de wereld te verbeteren, welke in zekere zin het centrum van het sociale vraagstuk verplaatst hebben van het nationale milieu naar het internationale vlak. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 61-65
Men kan met voldoening kennis nemen van dit proces, maar men kan niet voorbijgaan aan het feit dat de totale balans van de verschillende programma’s van hulp aan de ontwikkeling niet altijd positief is. Bovendien is het de Verenigde Naties tot nu toe niet gelukt voor de oplossing van de internationale conflicten doelmatige instrumenten te maken, welke alternatieven zijn voor de oorloog, en dit schijnt het meest dringende probleem te zijn dat de internationale gemeenschap nog moet oplossen.