
H. Paus Johannes Paulus II - 1 mei 1991
In dezelfde periode vindt een groots proces van “dekolonisatie” plaats, waardoor talrijke landen de onafhankelijkheid en het recht om vrij over zichzelf te beschikken verwerven of herwinnen. Maar met de formele verwerving van de soevereiniteit als staat bevinden deze landen zich vaak nauwelijks aan het begin van de weg van de opbouw van een authentieke onafhankelijkheid. Beslissende sectoren van de economie blijven nog in handen van grote buitenlandse ondernemingen, die zich niet duurzaam laten binden aan de ontwikkeling van het land waarin zij gevestigd zijn, en het politieke leven zelf wordt gecontroleerd door buitenlandse machten, terwijl binnen de grenzen van de staat stammen samenleven die nog niet samengesmolten zijn tot een echte nationale gemeenschap. Bovendien ontbreekt een klasse van competente beroepskrachten die in staat zijn op eerlijke en ordelijke wijze het staatsapparaat te doen functioneren, terwijl ook de kaders voor een efficiënt en verantwoordelijk economisch beheer ontbreken.
Gezien deze situatie lijkt het voor velen dat het marxisme als het ware een kortere weg voor de opbouw van de natie en de staat kan bieden en daarom ontstaan diverse varianten van het socialisme met een specifieke nationaal karakter. Zo vermengen zich in de vele ideologieën die gevormd worden, in een maat die van geval tot geval verschilt, wettige eisen van nationale bevrijding, vormen van nationalisme en ook van militarisme, beginselen die ontleend zijn aan antieke volksoverleveringen, welke soms overeenstemmen met de christelijke sociale leer, en marxistisch-leninistische concepten.