H. Paus Johannes Paulus II - 1 mei 1991
De hervormingen werden deels verwerkelijkt door de staten, maar in de strijd om ze te verkrijgen heeft de actie van de arbeidersbeweging een belangrijke rol gespeeld. Ontstaan als reactie van het morele geweten tegen onrechtvaardigheid en uitbuiting ontplooide die beweging een brede vakbonds- en hervormingsactiviteit, die zich ver hield van de nevels van de ideologie en dicht bij de dagelijkse noden van de arbeiders stond. Op dit gebied gingen haar inspanningen dikwijls samen met die van de christenen om verbetering te verkrijgen van de levensomstandigheden van de arbeiders. Vervolgens werd zij in zekere mate beheerst juist door die marxistische ideologie waartegen de encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Rerum Novarum
Over kapitaal en arbeid
(15 mei 1891) zich richtte.
De hervormingen waren ook het resultaat van een vrij proces van zelf organisatie van de maatschappij, met het smeden van doeltreffende werktuigen van solidariteit, die in staat waren een economische groei te begunstigen welke meer eerbied had voor de waarden van de persoon. Vermeld dient hier te worden de veelvormige activiteit met een aanzienlijke bijdrage van de christenen in de stichting van coöperaties voor productie, consumptie en krediet, in de bevordering van het volksonderwijs en van de vakopleiding en in het experimenteren met verschillende vormen van deelname aan het leven van de onderneming in het algemeen van de maatschappij.
Al is er dus naar het verleden kijkend reden om God te danken dat de grote encycliek niet zonder weerklank is gebleven in de harten en gedreven heeft tot daadwerkelijke edelmoedigheid, men moet toch erkennen dat de profetische verkondiging die erin vervat ligt, niet volledig aanvaard is door de mensen van die tijd. Juist daaruit is zeer ernstig onheil voortgekomen.