H. Paus Johannes Paulus II - 1 mei 1991
Uit dezelfde atheïstische wortel spruit ook deze keuze van de actiemiddelen voort die eigen is aan het socialisme dat in de encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Rerum Novarum
Over kapitaal en arbeid
(15 mei 1891) veroordeeld is. Het gaat om de klassenstrijd. De Paus wil, wel te verstaan, niet iedere en onverschillig welke vorm van maatschappelijk geschil veroordelen. De Kerk weet goed dat in de geschiedenis onvermijdelijk belangenconflicten ontstaan de diverse maatschappelijke groepen en dat de christen daartegenover dikwijls positie moet kiezen op besliste en samenhangende wijze. De encyclieken H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Laborem Exercens
Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum
(14 september 1981) heeft trouwens duidelijk de positieve rol van het conflict erkent als dit vorm heeft van "strijd voor sociale rechtvaardigheid". Reeds in de encycliek Paus Pius XI - Encycliek
Quadragesimo Anno
Over de aanpassing van de sociale orde
(15 mei 1931) staat geschreven: "Wanneer de klassenstrijd zich onthoudt van gewelddadigheid en van wederzijds haat, dan verandert hij langzamerhand in een eerlijke discussie, die haar grondslag heeft in het zoeken van de rechtvaardigheid". Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931)
Wat veroordeeld wordt in de klassenstrijd is veeleer het idee van een conflict dat zich niet door overweging van ethische of juridische aard laat beperken, waarin de mens weigert in de ander (en bijgevolg in zichzelf) de waardigheid van persoon te eerbiedigen en dat daarom een redelijke schikking uitsluit en niet het algemeen welzijn van de maatschappij nastreeft, maar een deelbelang, dat in de plaats komt van het algemeen welzijn en wil vernietigen wat zich tegen dit belang verzet. Het gaat in één woord om de reproductie, op het terrein van de binnenlandse tegenstellingen tussen de maatschappelijke groepen, van de leer van de "totale oorlog", die het militarisme en het imperialisme van die tijd opdrongen op het gebied van de internationale betrekkingen. Deze leer stelde in de plaats van het zoeken van het juiste evenwicht tussen de belangen van de verschillende naties het zoeken van de absolute overmacht van de eigen partij door vernietiging van de weerstandskracht van de tegenpartij met alle middelen, met inbegrip van de leugen, de terreur tegen de burgers en de vernietigingswapens, welke juist in die jaren uitgedacht begonnen te worden. Klassenstrijd in marxistische zin en militarisme hebben dus dezelfde wortels: het atheïsme en de verachting van de menselijk persoon, welke het beginsel van de macht de overhand laten hebben op het beginsel van de rede en van het recht.