
Paus Benedictus XVI - 15 april 2009
Immers, de herdenking biedt een unieke gelegenheid om een van de meest schitterende figuren uit de traditie van de Kerk en de geschiedenis van het westerse, Europese denken in herinnering te roepen. De voorbeeldige monastieke ervaring van Anselmus, zijn originele methode om het christelijke mysterie te overdenken, zijn subtiele theologische en filosofische leer, zijn leer over de onschendbare waarde van het geweten en over de vrijheid als verantwoordelijke toewijding aan de waarheid en aan het goede, zijn begeesterend werk voor de zorg van de zielen, dat hij met al zijn krachten verrichtte voor de bevordering van de “vrijheid van de Kerk”, hebben nooit opgehouden om in het verleden de hoogste interesse te wekken en de herdenking van zijn dood vestigt gelukkigerwijze opnieuw hierop de aandacht en bevordert dit alles op verschillende wijzen en op verschillende plaatsen.
In deze herdenking van de “Doctor Magnificus” – zoals Sint-Anselmus wordt genoemd – mag op bijzondere wijze de Kerk van Aosta, waarin hij geboren werd en die zich terecht verheugd in haar meest schitterende zoon, niet achterblijven. Ook wanneer hij Aosta in zijn jeugd zal verlaten, toch zal hij in zijn geheugen en in zijn hart een geheel van herinneringen met zich mee blijven dragen die op de meest belangrijke momenten van zijn leven niet zullen nalaten opnieuw op te bloeien. Onder deze herinneringen nemen een bijzondere plaats in het zeer lieflijke beeld van zijn moeder en het majestueuze beeld van de bergen van zijn valleien met hun zeer hoge en eeuwig besneeuwde toppen, waarin hij verbeeldt zag, als in een verhuld en suggestief symbool, de verhevenheid van God.
Voor Anselmus –“een jongen, opgegroeid tussen de bergen”, zoals zijn biograaf Eadmer hem beschrijft Eadmerus van Canterbury, Leven van de H. Anselmus van Canterbury, Vita Sancti Anselmus. I, 2 - verschijnt God als degene waarboven onmogelijk iets groter is te denken: misschien was aan deze intuïtie de blik die hij vanaf zijn kinderjaren richtte op deze ontoegankelijke toppen niet vreemd. Immers, reeds als kind hield hij dat om God te ontmoeten het nodig was “op te stijgen tot de toppen van het gebergte” Eadmerus van Canterbury, Leven van de H. Anselmus van Canterbury, Vita Sancti Anselmus. I, 2. Hij gaf er zich steeds beter rekenschap van dat God zich bevindt in een ontoegankelijke hoogte, boven de plaatsen waar de mens kan geraken, wanneer God verder ligt dan wat gedacht kan worden. Daarom komt aan de reis op zoek naar God, ten minste op deze aarde, nooit een einde maar zal deze altijd bestaan uit denken en verlangen, een rigoureus proces van het verstand en een smeekbede van het hart.
Vanuit het Vaticaan, 15 april 2009
Paus Benedictus XVI