H. Paus Paulus VI - 5 januari 1964
De Kerk houdt waarlijk van iedereen.
Onze grote Voorganger Pius XII heeft dit met kracht en herhaaldelijk bevestigd gedurende het laatste mondiaal conflict en geheel de wereld weet wat hij gedaan heeft voor de bescherming en het welzijn van allen die zich in moeilijkheden bevonden, zonder enig onderscheid. En nochtans, zoals u weet, heeft men verdenkingen en zelfs beschuldigingen willen opwerpen aan het adres van de nagedachtenis van deze grote Paus. Wij zijn verheugd om de gelegenheid te hebben om op deze dag en deze plaats te bevestigen: niets is meer onrechtvaardig dan deze aanval op zulk een eerbiedwaardige figuur.
Zij die, zoals Wij, deze bewonderenswaardige ziel van dichtbij gekend hebben, weten tot waar zijn gevoeligheid, zijn medeleven voor het menselijk lijden, zijn moed en zijn verfijndheid van het hart kon gaan.
Dit wisten zij ook, die na de oorlog, met tranen in de ogen, naar hem toekwamen om hem te bedanken dat hij hun leven gered had. Waarlijk, in navolging van Hem die hij hier representeert, wil de Paus niets anders dan het waarlijk goede voor alle mensen.
{...}