Pasen is doordrongen van geestelijke vreugde die tot ons komt uit de zekerheid, dat Christus door zijn dood en verrijzenis definitief het kwade en de dood heeft overwonnen. ‘Christus is verrezen! Alleluja!’, zingt de Kerk feestelijk. En deze typische Paasgevoelens zetten zich voort, niet alleen in deze week – het octaaf van Pasen – maar ook in de vijftig dagen die eindigen met Pinksteren. Zelfs het hele jaar door is elke zondag een ‘klein paasfeest’. Het paasmysterie omvat de hele boog van ons bestaan.
In deze liturgische week bezingt de paassequentie de overwinning van de Heer van het leven, die na een heroïsche gevecht met de dood nu triomferend leeft:
Dux vitae mortuus regnat vivus - de Heer van het leven was dood en heerst levend. Na de Via Crucis (kruisweg) van Goede Vrijdag met zijn herlevend smartelijk lijden, plaatst de plechtige viering van het paasvigilie ons op de Via Lucis (lichtweg) met zijn lichtende troost, gekenmerkt door geestelijke wedergeboorte, innerlijke vrede en genezende hoop. De onthutsende nieuwheid van de verrijzenis is zo belangrijk, dat de Kerk niet ophoudt te verkondigen dat elke zondag in feite ‘dag van de Heer is’ en het wekelijkse Pasen van het volk van God.
Het is fundamenteel voor ons geloof en voor ons christelijk getuigenis de verrijzenis van Jezus van Nazareth te verkondigen als een werkelijke, historische gebeurtenis, die door talrijke getuigenissen wordt bevestigd. Ook dit jaar weerklinkt Pasen tot in elke hoek van de aarde, het goede nieuws: Jezus, gestorven op het kruis, is verrezen en leeft verheerlijkt, omdat Hij de macht van de dood heeft verslagen, omdat Hij het menselijke zijn heeft binnengedragen in een nieuwe
communio (gemeenschap) van leven met en in God. Dit is de overwinning van Pasen, onze verlossing! Met Sint-Augustinus kunnen wij aldus zingen:
De verrijzenis van Christus is onze hoop, omdat zij ons binnenvoert in een nieuwe toekomst. De verrijzenis is voor Jezus niet een eenvoudige terugkeer geweest naar zijn voorafgaande aardse bestaan, maar een binnentreden in een diepgaande nieuwe dimensie van leven, die elk menselijk zijn, heel de geschiedenis en het universum transformeert.
Het is waar: de verrijzenis van Jezus vormt de basis van onze genezende hoop en verlicht onze innerlijke aardse pelgrimstocht, inclusief het menselijk raadsel van lijden en dood. Het geloof in de gekruisigde en verrezen Christus is het hart van heel de evangelische boodschap, is de centrale kern van ons
Credo. Het essentiële van dit
Credo vinden wij in de eerste brief aan de Korintiërs (15,3-8), waar Paulus aan sommige Korintiërs, die de verrijzenis van Jezus verkondigen, maar ‘de opstanding van de doden’ – onze hoop – ontkennen, nog eens getrouw uiteenzet, wat hij heeft ontvangen van de eerste apostolische gemeenschap.
Sint-Paulus vat de kern van onze geloofsbelijdenis drievoudig samen:
Christus is gestorven voor onze zonden, volgens de Schriften; Hij is begraven; Hij opgestaan op de derde dag, volgens de Schriften (1 Kor. 15, 3-4). De verrijzenis is een werkelijke gebeurtenis, die door geloofwaardige getuigen is overgeleverd. Tegelijkertijd volgt op deze feiten de toevoeging:
volgens de Schriften. Hierin vervullen zich dus de beloften, die aan het volk van Israël werden gegeven over de Messias (Jes. 53,12). Als de
Lijdende Dienaar van God zuiverde Jezus ons van onze schuld door onze zorgen op zich te nemen en voor ons te bidden. Door te sterven maakt Hij een eind aan de dood en door te verrijzen bracht Hij nieuw leven aan de wereld.
Het verlossingsgebeuren draagt het Woord in zich. Het Woord van God is ‘vlees’ geworden, is geschiedenis van een mens geworden. Deze mens maakt door zijn dood een eind aan de dood. Zijn verrijzenis is niet een simpel terugkeren naar het vroegere leven, maar opent veelmeer een nieuwe, omvattende dimensie van het leven, inclusief de hele mensheid en haar geschiedenis. De overwinning van Christus over de dood geschiedt door de scheppende macht van het Woord van God.
Laten wij ons verlichten door de schittering van de verrezen Heer. Laten wij met geloof het Evangelie aanvaarden zoals de getuigen van zijn verrijzenis dat deden. Moge de vreugde van de verrijzenis van Christus ons moed geven zijn Evangelie trouw te leven en er grootmoedig van te getuigen.