
17 april 2009
Het Staatssecretariaat neemt met spijt kennis van deze, in de diplomatieke relaties tussen de H. Stoel en België ongewone demarche. Het Staatssecretariaat betreurt dat een parlementaire assemblee geloofde er goed aan te doen kritiek te moeten leveren op de H. Vader op basis van een verminkt en uit zijn context gehaald interviewfragment, dat door bepaalde groepen is gebruikt met de duidelijke intentie om te intimideren als om de Paus er te doen van afzien zich nog langer uit te spreken over bepaalde thema’s, waarvan de morele implicaties nochtans vanzelfsprekend zijn, en de leer van de Kerk te onderwijzen.
Zoals intussen bekend heeft de H. Vader in zijn antwoord op een vraag over de doeltreffendheid en het realistische gehalte van de standpunten van de Kerk inzake de strijd tegen aids, verklaard dat de oplossing moet worden gezocht in een dubbele richting: enerzijds een vermenselijking van de seksualiteit en anderzijds een authentieke vriendschap en beschikbaarheid ten aanzien van de mensen die lijden. Hij heeft daarbij het engagement van de Kerk in beide domeinen onderstreept. Zonder die morele en pedagogische dimensie zal de strijd tegen de epidemie niet gewonnen kunnen worden.
Terwijl in bepaalde Europese landen een nooit geziene mediacampagne losbarstte over de dominerende, om niet te zeggen exclusieve waarde van een welbepaald voorbehoedsmiddel in de strijd tegen aids, is het bemoedigend vast te stellen dat de ethische overwegingen van de H. Vader werden begrepen en gewaardeerd, in het bijzonder door de Afrikanen, de echte vrienden van Afrika en bepaalde leden van de wetenschappelijke gemeenschap. Zoals te lezen staat in een recente verklaring van de Regionale Bisschoppenconferentie van West-Afrika (CERAO): ‘We zijn (de H. Vader) dankbaar voor de boodschap van hoop die hij ons is in Kameroen en Angola komen brengen. Hij is gekomen om ons aan te moedigen samen te leven, verzoend in rechtvaardigheid en vrede, opdat de Kerk van Afrika zelf een vurige vlam van hoop voor het leven van het hele continent zou mogen zijn. En wij danken hem van harte omdat hij op een genuanceerde, heldere en scherpzinnige manier de universele leer van de Kerk op het vlak van ziekenpastoraal inzake aids opnieuw heeft toegelicht.”