AANKONDIGING VAN HET "JAAR VAN DE PRIESTER"Tot de Plenaire Vergadering van de Congregatie voor de Clerus
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
16 maart 2009
AANKONDIGING VAN HET "JAAR VAN DE PRIESTER"
Tot de Plenaire Vergadering van de Congregatie voor de Clerus
Heren Kardinalen,
Eerbiedwaardige Broeders in het Bisschopsambt en het Priesterschap!
Ik ben verheugd u te mogen verwelkomen in deze bijzondere audiëntie aan de vooravond van mijn vertrek naar Afrika, alwaar ik het Instrumentum laboris voor de Tweede Bijzondere Synode voor Afrika, die hier in oktober in Rome zal worden gehouden, ga overhandigen. Ik dank de prefect van de Congregatie, Cláudio kardinaal Hummes, voor de vriendelijke woorden waarmee hij de gemeenschappelijke gevoelens heeft verwoord. Met hem groet ik u allen, oversten, officialen en leden van de Congregatie, met dank voor al het werk dat u verricht in uw dienst van een gebied dat zo belangrijk is in het leven van de Kerk.
Het thema dat u hebt gekozen voor deze plenaire vergadering - "De missionaire identiteit van de priester in de kerk, als de intrinsieke dimensie van de uitoefening van de
tria munera" – biedt de mogelijkheid voor een aantal beschouwingen over het werk van deze dagen en voor de overvloedige vruchten die daar zeker uit zullen voortvloeien. Ook al is de gehele Kerk missionair, en ontvangt elke christen, op grond van het Doopsel en het Vormsel,
ex officio Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1305 het mandaat om publiekelijk zijn geloof te belijden, toch onderscheidt zich het ambtelijk priesterschap ontologisch en niet slechts gradueel van het priesterschap door het doopsel, ook wel het gemeenschappelijk priesterschap genoemd. Voor het ambtelijk priesterschap is immers het apostolisch mandaat constitutief: "Ga in de hele wereld en predikt het Evangelie aan ieder schepsel" (
Mc. 16, 15). Dit mandaat is niet, zoals we weten, simpelweg een opdracht, toevertrouwd aan werknemers; de wortels ervan liggen veel dieper en dienen veel verder gezocht te worden.
De missionaire dimensie van de priester ontstaat uit zijn sacramentele configuratie met Christus het Hoofd: deze brengt als gevolg met zich een hartelijke en totale adhesie aan wat de Kerk van oudsher heeft genoemd de
apostolica vivendi forma. Deze bestaat uit de deelname aan een "nieuw leven" in spirituele zin, aan die "nieuwe levensstijl", die door onze Heer Jezus werd afgekondigd en precies door de apostelen is verwerkelijkt. Door het opleggen van de handen door de bisschop en door het wijdingsgebed van de Kerk, worden de kandidaten nieuwe mensen, ze worden "priesters". In dit licht is het duidelijk dat de
tria munera op de allereerste plaats een geschenk is, en pas daarna als gevolg een ambt, eerst een deelname aan een nieuw leven, en gevolglijk een deelname aan de
potestas. Zeker, de grote kerkelijke traditie heeft terecht de sacramentele werkzaamheid losgemaakt van de concrete existentiële situatie van de individuele priester en op deze wijze zijn de legitieme verwachtingen van de gelovigen adequaat gevrijwaard. Maar deze terechte, leerstellige precisering neemt niets weg van het noodzakelijke en zelfs onmisbare streven naar de morele volmaaktheid, die moet wonen in elk hart dat waarlijk priesterlijk is.
Om dit streven van de priesters naar de geestelijke volmaaktheid, waarvan de effectiviteit van hun dienstambt voornamelijk afhangt, te bevorderen, heb ik besloten om een speciaal "Jaar van de Priester" af te kondigen, dat zal lopen van 19 juni 2009 tot 19 juni 2010. Dit mede naar aanleiding van de 150ste verjaardag van het overlijden van de H. Pastoor van Ars, Jean-Marie Vianney, een echt voorbeeld van herder ten dienste van de kudde van Christus. Het zal de verantwoordelijkheid zijn van uw Congregatie, samen met de diocesane oversten en de oversten van de religieuze instituten, om de verschillende spirituele en pastorale initiatieven te bevorderen en coördineren die nuttig lijken om het groeiende belang van de rol en de taak van de priester in de Kerk en in de hedendaagse samenleving te onderkennen.
De missie van de priester, zoals blijkt uit het thema van de plenaire vergadering, vindt plaats “in de Kerk." Deze kerkelijke, communale, hiërarchische en doctrinaire dimensie is een absoluut vereiste voor iedere authentieke missie, en zij alleen garandeert haar spirituele effectiviteit. De vier genoemde aspecten moeten als nauw met elkaar verbonden worden erkend: de missie is "kerkelijk" omdat niemand zichzelf verkondigd, maar in en door zijn eigen menselijkheid moet iedere priester zich terdege bewust zijn van het feit dat hij een Ander, God zelf, aan de wereld verkondigd. God is de enige rijkdom die mensen, uiteindelijk, in een priester zoeken. De missie is "communaal", omdat ze opereert binnen een eenheid en
communio die slechts in tweede instantie relevante aspecten wat betreft de sociale zichtbaarheid heeft. Deze zichtbare aspecten, anderzijds, komen wezenlijk voort uit de goddelijke intimiteit waarvan de priester geroepen is een deskundige te zijn om op deze wijze, in nederigheid en vertrouwen, de zielen die hem zijn toevertrouwd te kunnen leiden tot eenzelfde ontmoeting met de Heer. Ten slotte, de "hiërarchische" en "leerstellige" dimensies benadrukken het belang van de discipline (het woord is verbonden met "discipel") van de kerkelijke en leerstellige, en niet alleen de theologische, vorming, aan het begin van het priesterschap en ook permanent.
Het bewustzijn van de radicale sociale veranderingen van de afgelopen decennia moet de beste kerkelijke energie ertoe bewegen om zorg te dragen voor de vorming van de kandidaten tot het dienstambt. Zij moet met name de constante zorg van de priesters stimuleren voor hun naaste medewerkers door zowel menselijke relaties te doen groeien die echt vaderlijk zijn, als ook door zich bezig te houden met hun permanente vorming, vooral vanuit leerstellig en geestelijk perspectief. De missie heeft haar wortels in het bijzonder in een goede opleiding, ontwikkeld in gemeenschap met de Kerk en haar ongebroken traditie, zonder enige cesuur of verleidingen van discontinuïteit. In die zin is het belangrijk om bij de priesters, vooral bij de jongere generaties, een correcte receptie van de teksten van het
Tweede Vaticaans Concilie, geïnterpreteerd in het licht van de gehele leerstellige verwezenlijkingen. Dringend lijkt ook te zijn het herstel van dat bewustzijn dat de priesters aanspoort aanwezig te zijn, identificeerbaar en herkenbaar, door zowel het oordeel van het geloof, als ook de persoonlijke deugden en ook door de priesterkleding, en dit op het gebied van cultuur en liefdadigheid, die altijd tot het hart van de missie van de Kerk behoren.
Als Kerk en als priesters verkondigen wij Jezus van Nazareth, Heer en Christus, gekruisigd en verrezen, meester van tijd en geschiedenis, in de vreugdevolle wetenschap dat deze waarheid samenvalt met de diepste verwachtingen van het menselijk hart. In het mysterie van de Incarnatie van het Woord, in het feit dus dat God mens is geworden zoals wij, ligt zowel de inhoud en de methode van de christelijke boodschap. De missie vindt hier haar ware centrum en aandrijving: in Jezus Christus. De centrale plaats van Christus brengt met zich mee de juiste waardering van het ambtelijk priesterschap, zonder welke er geen Eucharistie, ja, geen missie en geen Kerk zou zijn. Aldus is het noodzakelijk om ervoor te waken dat "nieuwe" structuren of pastorale organisaties niet bedoeld zijn met het oog op een situatie waar men “met minder” gewijd ambt “moet doen”, uitgaande van een onjuiste interpretatie van een rechtvaardige bevordering van de leken. Immers op die manier zouden voorwaarden worden geschapen voor een verdere verdunning van het ministeriële priesterschap, en eventuele vermeende "oplossingen" zouden dramatisch kunnen samenvallen met de werkelijke oorzaken van de hedendaagse problemen rondom het ambt.

Ik ben er zeker van dat in deze dagen het werk van de Plenaire Vergadering, onder de bescherming van
Mater Ecclesiae, deze beknopte punten, die ik mezelf toesta onder de aandacht te brengen van de kardinalen, de aartsbisschoppen en bisschoppen, verder zal uitdiepen, waarbij ik een beroep doe op de overvloedige rijkdom van de hemelse gaven, in onderpand waarvan ik aan u en uw dierbaren een speciale en hartelijke Apostolische Zegen verleen.
© 2009, Libreria Editrice Vaticana
Vertaling uit het Italiaans: Jörgen Vijgen en S. Dankers
Alineaverdeling en -nummering: redactie