TOT DE DEELNEMERS AAN DE VOLTALLIGE VERGADERING VAN DE CONGREGATIE VOOR DE GODDELIJKE EREDIENST EN DE DISCIPLINE VAN DE SACRAMENTEN
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
13 maart 2009
Het
Tweede Vaticaans Concilie heeft de uitzonderlijke rol van het eucharistische Mysterie in het leven van de gelovigen naar voren gebracht.
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963). 48-54.56. Zoals Paus Paulus VI meermaals heeft herhaald: “De Eucharistie is een zeer groot Geheim, ja zelfs bij uitstek
het geheim van het geloof, zoals de Heilige Liturgie zegt."
H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965), 15. De Eucharistie staat immers aan de oorsprong van de Kerk.
Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 21 en is de bron van de genade, waardoor zij een onvergelijkbare gelegenheid is voor zowel de heiliging van de mensheid in Christus als voor de verheerlijking van God. In deze zin zijn enerzijds alle activiteiten van de Kerk gericht op het mysterie van de Eucharistie
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 10 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 5 Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Het Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk, Sacramentum Caritatis (22 feb 2007), 17, en is het anderzijds krachtens de Eucharistie dat “de Kerk voortdurend leeft en groeit"
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 26. Onze taak bestaat erin om de zeer kostbare schat van dit onzegbare geheim van het geloof waar te nemen “zowel in de viering van de Mis als ook in de cultus van de heilige gedaanten, die na de Mis bewaard worden om de genade van het Offer uit te breiden.”
Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 3. g.. De leer over de transsubstantiatie van brood en van wijn en van de werkelijke tegenwoordigheid zijn geloofswaarheden die reeds duidelijk aanwezig zijn in de Heilige Schrift zelf en die bevestigd worden door de Kerkvaders. In dit verband herinnerde Paus Paulus VI eraan: “de katholieke Kerk heeft het geloof in de tegenwoordigheid van het Lichaam en Bloed van Christus in de Eucharistie niet alleen onderwezen, maar ook beleefd door aan dit verheven Sacrament altijd de eredienst van aanbidding te schenken, die alleen aan God toekomt".
H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965), 56 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1378