H. Paus Johannes Paulus II - 9 april 1989
De eerste en grootste gave is wijsheid, dat is als een licht dat we van boven ontvangen; het een speciaal deelhebben aan het mysterievolle en hoge kennis dat God heeft van Zichzelf. Feitelijk, zo lezen we in de Heilige Schrift:
" Ik heb derhalve gebedenDeze hogere kennis is de bron van een nieuwe gewaarwording, een kennis ons door dienstbaarheid verkregen, op een wijze waarbij de ziel in staat is om te zeggen wat goddelijke zaken zijn en ze te ervaren. Sint Thomas spreekt juist over een "smaak van God hebben." H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II-II, q. 45, a. 2 ad 1, waardoor de ware wijze persoon niet eenvoudig weg de dingen van God kent, maar deze ervaart en beleefd.
en er werd mij inzicht gegeven.
Ik heb gesmeekt
en de geest van wijsheid kwam tot mij.
Ik schatte haar hoger dan skepters en tronen
en ik beschouwde rijkdom als niets
in vergelijking met haar. (Wijsh. 7, 7-8).
In al deze zielen werden de "grote dingen" die de Geest aan Maria heeft gedaan, herhaald. Moge Zij, die de gelovige traditie vereerd als "Sedes sapientiae" / "Zetel van Wijsheid", ons leiden tot een innerlijk gevoel van de goddelijke dingen.