PASEN KAN BESCHOUWD WORDEN ALS HET EERSTE PINKSTEREN
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Angelus/Regina Caeli)
H. Paus Johannes Paulus II -
2 april 1989
Op deze Tweede zondag van Pasen weerklinkt door de gehele Kerk de woorden die de Verrezen Christus tot de Apostelen richtte op de avond van Zijn Verrijzenis, woorden die zowel een gave is als een belofte: "
Ontvang de Heilige Geest." (
Joh. 20, 23)
Wij zijn nu opgenomen in deze vreugdevolle atmosfeer van de Paastijd, deze nieuwe periode van genade welke, in het verloop van het liturgische jaar, het mysterie van de Opstanding verenigt met dat van Pinksteren.
De Opstanding vervult ten volle het plan van redding van de Verlosser, die onuitputtelijk overvloeid van de goddelijke liefde voor de mensheid. Het is nu aan de Geest om ieder individu te betrekken in dat plan van liefde. Daartoe is er een diepe verbondenheid tussen de zending van Christus en gave van de Heilige Geest, die beloofd werd aan de Apostelen kort voor het Lijden, als vrucht van het offer van het Kruis: "
Dan zal de Vader op Mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven: de Geest van de waarheid...; Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb (
Joh. 14, 16.17.26).
Veelbetekenend "gaf," de stervende Christus "de geest" op het Kruis als vrucht van de Verlossing Vgl. Joh. 19, 30
In zekere zin kan Pasen beschouwd worden als het 'fiat' voor Pinksteren "Ontvang de Heilige Geest" - in afwachting van zijn plechtige en publieke uitstorting over de eerste gemeenschap, bijeen in de Bovenzaal, vijftig dagen later.
"
De geest van hem die Jezus van de doden heeft doen opstaan." (
Rom. 8, 11) moet in ons zijn en leid ons tot een leven dat steeds meer in eenheid is met dat van de verrezen Christus. Het volledige mysterie van de redding is een gebeurtenis van trinitaire liefde, van liefde dat stroomt tussen de Vader en de Zoon in de Heilige Geest. Pasen introduceert ons in deze liefde door de zending van de Heilige Geest, "Die Heer is en het leven geeft"
1e Concilie van Constantinopel, Credo van Nicea - Constantinopel (31 juli 381). Geloofsbelijdenis volgens het Concilie van Nicea-Constantinopel
Daarom dat we in onze zondagse afspraak om het Mariagebed van Pasen, het "Regina Caeli", te bidden, zullen mediteren over de gaven van de Heilige Geest, en de voorspraak van de Maagd Maria zullen innroepen, opdat we ten volle de kennis zullen verkrijgen om deze giften te begrijpen, ons in geloof zullen herinneren dat de Heilige Geest eerst over haar neerdaalde en dat de kracht van de Allerhoogste haar overschaduwde Vgl. Lc. 1, 35
; we zullen ook ons herinneren dat Maria zelf deelnam in het aanhoudende gebed van de Kerk dat ontstaan is in afwachting van Pinksteren.