H. Paus Johannes Paulus II - 10 juni 2004
Met deze woorden herinnert Paulus de christenen van Korinte eraan dat het 'avondmaal van de Heer' niet alleen een gezamenlijke ontmoeting aan tafel is, maar ook - en bovenal - de gedachtenis van het offer waarmee Christus ons heeft verlost. Wie er deel aan heeft - zo legt de apostel uit - verenigt zich met het mysterie van de dood van de Heer, sterker nog: hij wordt er een 'verkondiger' van.
Er bestaat dus een heel nauwe band tussen "de Eucharistie houden" en Christus verkondigen. In communio treden met Hem in de gedachtenis van Pasen, betekent tegelijkertijd missionarissen worden van de gebeurtenis die door die ritus verwerkelijkt wordt; in zekere zin betekent het die gebeurtenis in elke tijd opnieuw weer tegenwoordig en actueel te doen zijn, totdat de Heer wederkomt.
In erkentelijkheid voor deze onschatbare gave, verzamelt zij zich rond het allerheiligst Sacrament, want daarin ligt de bron en het hoogtepunt van haar eigen wezen en haar handelen. Ecclesia de Eucharistia vivit! De Kerk leeft van de Eucharistie en weet dat deze waarheid niet alleen de uitdrukking is van een dagelijkse ervaring in geloof, maar op een samenvattende manier de kern tot uitdrukking brengt van wat zij zelf is. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 1
Door middel van de Eucharistie wordt de kerkelijke Gemeenschap opgebouwd als een nieuw Jeruzalem, beginsel van eenheid in Christus tussen uiteenlopende personen en volkeren.
Het evangelie dat wij zojuist hebben beluisterd (Lc. 9, 11b-17, Sacramentsdag jaar C) geeft een goed beeld van de innige band die er is tussen de Eucharistie en deze universele zending van de Kerk. Christus, "levend brood dat uit de hemel is neergedaald" (Joh. 6, 51) vgl. de Acclamatie bij het Evangelie is de Enige die de honger kan verzadigen van de mens van iedere tijd en van overal ter wereld.
Hij wil dat echter niet alleen doen en betrekt er dan ook, net als bij de broodvermenigvuldiging, de leerlingen bij: "Hij nam de vijf broden en de twee vissen, sloeg de ogen ten hemel, sprak de zegen er over uit, brak ze en gaf ze aan zijn leerlingen om ze aan de menigte voor te zetten" (Lc. 9, 16). Dit wondere teken is een beeld van het veel grotere mysterie van liefde dat elke dag wordt vernieuwd in de heilige Mis: door middel van de gewijde bedienaars, geeft Christus zijn Lichaam en zijn Bloed voor het leven van de mensheid. En allen die zich op waardige wijzen voeden aan zijn tafel, worden levende instrumenten van zijn liefdevolle, barmhartige en vredegevende aanwezigheid.
Met innige ontroering voelen wij in ons hart deze uitnodiging weerklinken tot lofprijzing en vreugde. Aan het eind van de heilige Mis zullen wij in processie het goddelijk Sacrament meedragen naar de basiliek van de Santa Maria Maggiore. Opziende naar Maria, zullen we beter begrijpen wat een omvormende kracht de Eucharistie bezit. Wanneer wij ons tot luisteren zetten naar Haar, zullen we in het eucharistisch mysterie de moed en de kracht vinden om Christus, de Goede Herder, te volgen en Hem in onze broeders te dienen.