Paus Benedictus XVI - 4 februari 2009
de reeks van onze catecheses over de gestalte van sint Paulus is aan haar conclusie toegekomen: vandaag willen we het hebben over het einde van zijn aardse leven. De oude christelijke traditie getuigt unaniem dat de dood van Paulus gebeurde ten gevolge van zijn martelaarschap dat hij hier in Rome heeft ondergaan. De geschriften van het Nieuwe Testament berichten ons niet over dat feit. De Handelingen van de Apostelen eindigen hun verslag met een zinspeling op het type gevangenschap van de Apostel, die toch “allen die bij hem kwamen” kon “ontvangen” Vgl. Hand. 28, 30-31 . Alleen in de tweede Brief aan Timoteüs vinden we deze zijn eigen woorden van aankondiging: “Wat mij betreft, mijn bloed wordt weldra geplengd, het uur van mijn heengaan Noot van de vertaler: in het Italiaans letterlijk: om de zeilen los te maken is nabij!” (2 Tim. 4, 6) Vgl. Fil. 2, 17 . Hier worden twee beelden gebruikt, het ene vanuit de offercultus, dat Paulus al in de Brief aan de Filippensen had gebruikt toen hij zijn marteldood uitlegde als deelname aan het offer van Christus, het andere vanuit de zeevaart over het losgooien van de trossen: twee beelden die samen op een discrete manier zinspelen op het gebeuren van de dood en wel van een bloedige dood.
Een echte wending voltrok zich in de XVI-de eeuw met de protestantse Hervorming. Het beslissende moment in het leven van Luther, was de zogenaamde “Turmerlebnis” (1517 misschien), waarin hij in één ogenblik een nieuwe interpretatie ontdekte van de paulinische leer over de rechtvaardiging. Een interpretatie die hem bevrijdde van de scrupels en angsten van zijn voorafgaande leven en hem een nieuw en radicaal vertrouwen schonk in de goedheid van God die alles vergeeft zonder voorwaarde. Van dat moment af vereenzelvigde Luther het joods-christelijke legalisme, door de Apostel veroordeeld, met de ordening van leven van de katholieke Kerk. De Kerk was in zijn ogen de uitdrukking van de slavernij van de wet waar hij de vrijheid van het Evangelie tegenover stelde. Het Concilie van Trente (1545-1563) heeft het vraagstuk van de rechtvaardiging diepgaand uit de doeken gedaan en in de lijn van heel de katholieke traditie de ware synthese gevonden tussen Wet en Evangelie, in overeenstemming met de Heilige Schrift, wanneer deze in haar totaliteit en eenheid gelezen wordt.
Het is waar dat bij sint Paulus de centrale plaats van het Rijk Gods, zo bepalend voor de verkondiging van Jezus, omgevormd wordt in de centrale plaats van de christologie, waarvan het bepalende punt het paasmysterie is. En uit het paasmysterie komen de Sacramenten voort van de Doop en de Eucharistie, als blijvende aanwezigheid van dit mysterie, waardoor het Lichaam van Christus groeit, de Kerk wordt opgebouwd. Maar zonder in details te treden, zou ik zeggen dat juist in de centrale plaats van de christologie en van het paasmysterie, het Rijk Gods zich verwezenlijkt, de authentieke verkondiging van Jezus concreet wordt, aanwezig en werkzaam. Wij hebben in de voorgaande catecheses gezien dat juist deze dit nieuwe van Paulus de diepste trouw vormt aan de verkondiging van Jezus. In de vooruitgang van de exegese in vooral de laatste tweehonderd jaar, groeien ook de convergenties tussen katholieke exegese en protestantse exegese, zodat aldus een opmerkelijke consensus ontstond over juist het punt dat oorspronkelijk gezorgd had voor de grootste dissensus, voor het grootste historische meningsverschil: de rechtvaardiging. Zo komt er een grote hoop voor de zaak van de oecumene, die zo centraal was voor het Tweede Vaticaans Concilie.
Kortom, ons blijft de stralende gestalte bij van een uiterst vruchtbare en diepgaande apostel en christelijke denker waar ieder zich aan kan verjongen. In een van zijn H. Johannes Chrysostomos
Panègyrikos
Lofreden (), maakt Johannes Chrysostomos een originele vergelijking tussen Paulus en Noach, door zich zo uit te drukken: “hij bracht geen balken samen om een ark te bouwen; veeleer, in plaats van houten planken samen te voegen, schreef hij brieven zo ontrukte hij aan de vloedgolven niet twee, drie of vijf leden van de eigen familie, maar heel de bewoonde wereld die op het punt stond ten onder te gaan” H. Johannes Chrysostomos, Lofreden, Panègyrikos. 1, 5. Juist dit kan de Apostel nog steeds doen. Uit hem inspiratie putten, zowel uit zijn voorbeeld als uit zijn leer, zal dan ook een stimulans zo niet een garantie zijn, voor de consolidering van de christelijke identiteit van ieder van ons en voor de verjonging van de hele Kerk.