De Congregatie voor de Bisschoppen heeft tot taak en bevoegdheid om leiding te geven aan alles wat betrekking heeft op de geestelijke bijstand van de gelovigen van de Latijnse ritus, overal waarheen ze emigreren, voor deze bijstand te zorgen, ze te coördineren en verder te ontwikkelen. Daarbij dient ze echter de Congregatie van de Oosterse Kerken of de Congregatie voor evangelisering van de wereld te raadplegen, al naargelang het gaat om het rechtsgebied dat onder het gezag van een van deze beide Congregaties valt. Dit laat onverlet de plichten en het gezag van de plaatselijke ordinaris betreffende de pastorale zorg .
Eveneens heeft de Congregatie voor de Bisschoppen, na overleg met de Congregatie voor de Oosterse Kerken, de taak en bevoegdheid stappen te ondernemen ten gunste van migranten die tot de oosterse riten behoren, telkens als de gelovigen van die riten op weg gaan naar een rechtsgebied dat niet onder het gezag valt van genoemde Congregatie en er daar geen priester is van hun rite.
Om te zorgen voor de geestelijke bijstand van bepaalde bijzonder talrijke maatschappelijke groeperingen kan de Congregatie van de bisschoppen krachtens de Motu Proprio «H. Paus Paulus VI - Motu Proprio Ecclesiae Sanctae Implementatie van Christus Dominis, Presbyterium Ordinis, Perfectae Caritatis en Ad Gentus Divinitas (8 juni 1966)», na de betrokken Bisschoppenconferenties gehoord te hebben, of op verzoek van een van deze, «prelaturen oprichten die zijn samengesteld uit priesters van de seculiere geestelijkheid met een speciale opleiding, onder leiding van een eigen prelaat en toegerust met een eigen statuut».
Aan de Congregatie van de bisschoppen - waaraan krachtens de Apostolische Constitutie H. Paus Paulus VI - Apostolische Constitutie Regimini Ecclesiae Universae Over de Romeinse Curie (15 augustus 1967) worden toegevoegd de Raden en Secretariaten van de migraties, van de werken van het apostolaat van de zee, de lucht of de nomaden - worden de taken toegewezen die in § 1 worden beschreven, ook ten gunste van hen die vallen onder de werken van het apostolaat van de zee, de lucht of de nomaden .
De religieuze Instituten, gesticht om migranten geestelijk bij te staan, zijn vanwege hun eigen doelstelling aan deze Congregatie onderworpen. Daarom is deze Congregatie in rechte alleen bevoegd met betrekking tot de leden van deze Instituten in zoverre ze individueel of gezamenlijk aalmoezenier of missionaris van de migranten zijn. Dit laat onverlet het recht van de Congregatie voor de Religieuzen en de Seculiere Instituten betreffende het onderhouden van hun religieus leven.
In de geest van het Tweede Vaticaans Concilie zal de Congregatie voor de Bisschoppen samen met de Secretariaten voor de Eenheid onder de christenen, voor de niet-christenen en voor de ongelovigen, ervoor zorgen deel te nemen aan gemeenschappelijke initiatieven, die ten goede komen aan een groep migranten van welk geloof ook.
Voor de verschillende werken die betrekking hebben op migratie dient de Congregatie van de bisschoppen gebruik te maken van de hulp van het Bureau voor de migraties en van de Hogere Raad voor de migraties