DRIE MEDEDELINGEN Ná DE CATECHESE IN DE REEKS OVER DE H. APOSTEL PAULUSDe nieuwe patriarch, het opheffen van de excommunicatie en de Shoah
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Audiëntie)
Paus Benedictus XVI -
28 januari 2009
In de
Paus Benedictus XVI - Homilie
Zoals Jezus wil ik een herder zijn, zoals Petrus een visser van mensen
Bij de aanvang van de Petrinische dienst als Bisschop van Rome
(24 april 2005) bij gelegenheid van de plechtige inauguratie van mijn Pontificaat heb ik "expliciet" als taak van het herderschap genoemd "de opdracht tot eenheid", en gaf daarbij commentaar op de woorden van het Evangelie betreffende de wonderbaarlijke visvangst met de woorden: "En ofschoon het er zoveel waren, het net scheurde niet" en ging voort over deze Evangelische woorden:"Ach, lieve Heer, maar nu is het wel gescheurd! zouden wij met verdriet in het hart willen zeggen.". En vervolgde: "Maar nee - laten we niet bedroefd zijn! Laten wij ons verheugen in uw belofte die niet teleurstelt, en laten wij al het mogelijke doen om de weg te gaan naar de eenheid die U hebt beloofd! Laten we dat gedenken in het gebed tot de Heer, als bedelaars: ja, Heer, herinner U hetgeen U beloofd hebt. Maak dat wij één herder worden en één kudde! Laat niet toe dat uw net scheurt en help ons dienaren van de eenheid te zijn."
Paus Benedictus XVI, Homilie, Bij de aanvang van de Petrinische dienst als Bisschop van Rome, Zoals Jezus wil ik een herder zijn, zoals Petrus een visser van mensen (24 apr 2005), 6
Het was in de uitvoering van deze dienst aan de eenheid, met de specifieke qualifcatie van mijn dienst als Opvolger van Petrus, dat ik enige dagen geleden Congregatie voor de Bisschoppen
Decreet betreffende kwijtschelding van de censuur van de excommunicatie van vier Bisschoppen van de Broederschap Sint Pius X
(21 januari 2009) heb om de de excommunicatie op te heffen, die vier bisschoppen hadden opgelopen bij de bisschopswijding die in 1988 zonder Pauselijk mandaat door Aartsbisschop Lefebvre was gedaan. Ik heb deze daad van vaderlijke barmhartigheid gesteld, omdat deze prelaten mij herhaaldelijk bekend hebben gemaakt met de situatie van diep lijden waar zij zich in bevonden. Ik wenste, dat door mijn geste, van hun kant de inzet zal volgen, de verdere noodzakelijke stappen te zetten, om de volle eenheid met de Kerk te realiseren. Op deze wijze moeten zij getuigen van de echte trouw en de echte erkenning van het leerambt en de autoriteit van de Paus en van het Tweede Vaticaans Concilie.